BALANS Vaste activa Immateriële vaste activa Krachtens artikel 63, lid 1 BBV dienen alle activa te worden gewaardeerd op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Eventuele van derden verkregen specifieke investeringsbijdragen mogen desgewenst in mindering worden gebracht op het geactiveerde bedrag (artikel 62, lid 2 BBV). Onder immateriële vaste activa zijn begrepen die vaste activa die niet stoffelijk van aard zijn. Immateriële vaste activa worden in de balans op grond van het BBV onderscheiden naar: kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief De kosten van het afsluiten van geldleningen kunnen in maximaal de looptijd van de betrokken lening worden afgeschreven (artikel 64, lid 5 BBV). In de financiële verordening is geen bepaling opgenomen met betrekking tot vaste afschrijvingstermijnen binnen dit kader. De keuze wordt hierbij aan de raad overgelaten en zal dus via een apart raadsbesluit worden bepaald per investering. Kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief worden geactiveerd indien het voornemen bestaat het actief te gebruiken of te verkopen, de technische uitvoerbaarheid om het actief te voltooien vaststaat, het actief in de toekomst economisch of maatschappelijk nut zal genereren en de uitgaven die aan het actief zijn toe te rekenen betrouwbaar kunnen worden vastgesteld. Deze kosten mogen in maximaal vijf jaar worden afgeschreven (artikel 64, lid 6 BBV). In de financiële verordening is geen bepaling opgenomen, waarin een voorgeschreven vaste afschrijvingstermijn is vastgelegd. De keuze wordt hierbij aan de raad overgelaten en zal dus via een apart raadsbesluit worden bepaald per investering. Op grond van de financiële verordening (art. 10, lid 5) worden investeringen beneden de 5.000 niet geactiveerd, maar worden direct ten laste van de exploitatie gebracht. Materiële vaste activa Krachtens artikel 63, lid 1 BBV dienen alle activa te worden gewaardeerd op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Eventuele van derden verkregen specifieke investeringsbijdragen mogen desgewenst in mindering worden gebracht op het geactiveerde bedrag (artikel 62, lid 2 BBV). Onder de materiële vaste activa zijn afzonderlijk opgenomen: investeringen met een economisch nut investeringen (in de openbare ruimte) met een maatschappelijk nut Aangegeven is welke materiële vaste activa in erfpacht zijn uitgegeven. 113

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2009 | | pagina 264