Pagina 22 Bijlage 4 Functieprofiel van een sportleraar in de BOS driehoek De sportleraar is een professional op het gebied van leer- en onderwijsprocessen in de werkvelden van sport en bewegen. Sport wordt breed gezien: alle specifieke vormen van bewegen die voortvloeien uit het streven van welbevinden van mensen. Meestal gebeurt dit bewegen in specifieke contexten, door verschil lende doelgroepen en met verschillende motieven. De sportleraar is een sportontwikkelaar, die mensen in leidt in de bestaande sportcultuur en ze leert deelnemen aan die cultuur. Hij is sociaal vaardig, onderne mend, flexibel, startbekwaam, handelt vanuit pedagogische en innovatief perspectieven met respect voor waarden en normen van de sport en de samenleving. Belangrijke arbeidscontexten van de sportleraar zijn, onderwijs, buurt en sport. De taken van de sportleraar zijn: .1. Realiseren van sportprogramma's Om deze taak uit te kunnen voeren bezit de sportleraar de volgende beroepscompetenties: a. het systematisch en adequaat kunnen ontwerpen van passende sportactiviteiten binnen krachtige en attractieve leeromgevingen b. het adequaat lesgeven aan groepen en individuen zodat er voor ieder een passende sport ontwikkelingsituatie wordt gecreëerd binnen sportprogramma's c. het demonstreren van de eigen sportcompetentie daar waar het functioneel is voor de doelstelling en werkwijze in de les d. het evalueren van sportprogramma's door observatie en registratie van vorderingen e. het begeleiden van deelnemers aan sportprogramma's in hun ontwikkeling naar compe tente sportdeelname. f. het opleiden en begeleiden van sportontwikkelaars op een lager kwalificatieniveau .2. Realiseren van sportprojecten Om deze taak uit te kunnen voeren bezit de sportleraar de volgende beroepscompetenties: a. het kunnen managen van sportontwikkelingsprojecten in de BOS-driehoek b. het ondernemen van initiatieven voor het opbouwen en onderhouden van externe contacten zowel op lokaal, nationaal als internationaal niveau c. het leidinggeven in verschillende verbanden binnen de BOS-driehoek .3. Het oplossen van sportproblemen het uitvoeren van toegepast onderzoek door systematisch verzamelen van informatie en de resultaten te beschrijven, te interpreteren en te analyseren: g. het adviseren van sportdeelnemers over (on)mogelijkheden, kansen en beperkingen bin nen de BOS-driehoek op grond van analyse en onderzoek h. Het innoveren van bestaande sportpraktijken om te komen tot verbetering en vernieuwing Wanneer de student kan voldoen aan bovenstaand functieprofiel is er sprake van startbekwaam zijn voor het werkveld. Voor een student in opleiding geldt dat afhankelijk van zijn competentieontwikkeling hij meer of mindere complexe taken kan vervullen. In samenspraak met de leerwerkplek en het opleidingsinstituut wordt een takenpakket op maat geboden, (er kan dus niet per leerjaar worden aangegeven wat je van een student mag of kunt verwachten) Bronvermelding: Kwalificatieprofiel van de sportleraar 6.5 (Team Sportontwikkeling, oktober 2006) 2 05 Bijlage Beleid IBS v08-07-09/bpde/22

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2009 | | pagina 56