Raad, maar er werden ook nog eens tariefsverhogingen voorgesteld van wederom in
individuele gevallen enkele honderden procenten terwijl er wederom geen uitsluitsel
over de vaartijden werd gegeven.
Terecht weigerde de Raad op de aanvullende verordening in te gaan en droeg hij het
college van B&W op nu eerst en voor alles overleg met de Burdorganisaties te
voeren. Dat overleg vond nog dezelfde week, op vrijdag 15 mei 2009, plaats. Daarin
stelde de wethouder voor nu eerst te proberen op zeer korte termijn
overeenstemming over de abonnementen voor 2009 te bereiken zodat tot inning kon
worden overgegaan, om vervolgens in september 2009 te overleggen over een
structurele oplossing van de problemen. De Burdorganisaties hebben met deze
procedure ingestemd, waarna vervolgens binnen een week in constructief overleg tot
een oplossing voor 2009 is gekomen. Belangrijk is daarbij op te merken dat - zij het
nog steeds onder voorbehoud van alle rechten - de Burdorganisaties omwille van het
bereiken van een snelle oplossing zich niet hebben verzet tegen een prijsverhoging
die de inflatie, en daarmee de in het Convenant voorziene maximale verhogingen,
verre te boven ging. Zij hebben dit gedaan om de sfeer voor het overleg in het najaar
over een structurele oplossing zo constructief mogelijk te houden.
- Vervolgens werden de Burdorganisaties in juli uitgenodigd om termijn van enkele
dagen wederom overleg te voeren, waarbij er slechts 1 dag en 1 tijdstip mogelijk was
van de zijde van de gemeente. Ondanks het feit dat een aantal betrokkenen niet
aanwezig kon zijn hebben de Burdorganisaties toch ingestemd waarbij werd
afgesproken dat de bijeenkomst uitsluitend informerend en in geen enkel opzicht
besluitvormend zou zijn.
- In het overleg van 21 juli 2009 kwamen, althans wat de Burdorganisaties betreft, twee
belangrijke zaken naar voren:
1De wethouder liet weten dat de provincie, tevens vaarweghouder, niet bereid was
zijn jaarlijkse bijdrage aan de kosten te verhogen
2. De Burdorganisaties werd gevraagd na te denken over additionele besparingen
voor 2010 in de orde van grootte van 20-30.000 euro.
Bij de Burdorganisaties bestaat geen bereidheid om over een bezuiniging van 20-30.000 euro
voor 2010 na te denken en wel om de volgende redenen:
1. Er is afgesproken dat er in september 2009 - nu dus - overlegd zal worden over
een structurele oplossing voor de pont; dat is iets anders dat elk jaar over een
'gat' voor volgend jaar praten.
2 Kern van het Convenant van 2006 was de door beide partijen gewilde
duurzaamheid van het beleid rond de pont. Ook na de opzegging heeft de
gemeente steeds uitgedragen tot lange termijn oplossingen te willen komen. Een
van de kernbezwaren van de Burdorganisaties tegen de eenzijdige opzegging
door de gemeente is nu juist dat zij vrezen dat er alsdan een situatie ontstaat
waarbij elk jaar opnieuw en ad hoe over weer verdere bezuinigingen wordt
gesproken en weer verdere concessies van de bewoners worden gevraagd
zonder dat daar enige zekerheid voor de langere termijn tegenover staat. Dit is
precies wat er thans gebeurt, wederom ondanks een gemaakte afspraak (nl. dat
er in september over een structurele oplossing zou worden gesproken) en de
Burdorganisaties wensen daar niet aan mee te werken.
3 De bijdrage van de provincie is sinds 2002 gestegen van 40.840 tot 46.770.
Dit is een stijging van slechts 15%. De bijdrage van de bewoners is in dezelfde
periode gestegen met meer dan 50%, waaronder een eenmalige extra bijdrage in
het tekort van 30%. Waarom zou er enige morele of andere grond zijn om
wederom een extra bijdrage van de bewoners te vragen, nu de provincie heeft
laten weten niets extra's te willen doen en de gemeente de in ruil voor de extra
30% gemaakte afspraken over duurzaamheid van beleid eenzijdig heeft
opgezegd?
De Burdorganisaties stellen zich op het standpunt dat de Gemeente de plicht heeft om voor
een behoorlijke verbinding te zorgen waardoor eilandbewoners op een normale wijze kunnen
deelnemen aan het maatschappelijke verkeer en dat alles tegen redelijke, bij een openbare
vervoersvoorziening passende, bijdrage. Zij zijn bovendien van mening dat de huidige
2