tarieven, inclusief die voor de abonnementen reeds het redelijke overstegen zijn (De daling van het aantal abonnementen wijst daar overigens ook op). Nu de Gemeente niets anders met het eiland wil dan een natuur- en deels recreatieve bestemming waarbij verder niet gebouwd mag worden, dient zij ook de consequenties van dit beleid (en het in het verleden gevoerde beleid) te aanvaarden: een pont tussen 'niets' en 'niets' levert niets op en kost de gemeenschap dus geld. Dat was bij de besluitvorming destijds van tevoren bekend (of had men althans tevoren kunnen bedenken) en dus niets anders dan de financiële consequentie van bewust gekozen beleid. Door ook weer niet te kiezen voor volledig groen, maar in plaats daarvan schaarse vaste bewoning en daarnaast gelimiteerde creatieve bewoning toe te staan (waarvan de Gemeente overigens een zeer aanzienlijk bedrag aan forsensenbelasting boven de OZB ontvangt!), heeft de Gemeente ook de verplichting van een goede en veilige bereikbaarheid op zich genomen. In een laatste poging om in der minne toch tot een structurele oplossing te komen zijn de Burdorganisaties - uitdrukkelijk sans préjudice - ondanks het voorgaande toch bereid nog eenmaal een tegemoetkoming te doen. Omdat zij geen enkele ruimte in de tarieven meer zien zitten, zijn zij - onder voorwaarden - bereid met de gemeente te overleggen over een reductie van het aantal vaaruren tot een maximum van gemiddeld 1 uur per dag. Aan die bereidheid zijn de volgende voorwaarden verbonden: 1. Er worden thans echte lange termijn afspraken gemaakt: gedurende 15 jaar zullen de vaartijden niet verder worden teruggebracht zolang er geen alternatieve en tenminste gelijkwaardige verbinding is en zullen de tarieven met niet meer dan het prijsindexcijfer voor de gezinsconsumptie stijgen (ook niet indirect door bijv. wijziging van abonnementsvormen) 2. De provincie verhoogt haar bijdrage met tenminste het bedrag dat nodig is om de stijging in de bijdrage sinds 2002 procentueel hetzelfde te laten zijn als dat van de bewoners. Daarna houdt de bijdrage van de provincie tenminste gelijke tred met de stijging van de tarieven. 3. Het Convenant wordt hersteld; indien het juridisch noodzakelijk is het Convenant op onderdelen aan te passen om het aan te laten sluiten bij de juridische gang van de besluitvorming binnen de Gemeente, dan zal daar tussen partijen overleg over plaatsvinden met het gezamenlijke doel deze aansluiting te bewerkstelligen. De Burdorganisties stellen voor om ter vergadering een uiterste datum af te spreken tot wanneer het hiervoor geformuleerde aanbod zijn geldigheid zal behouden, zulks i.v.m. met de tijd die de Gemeente denkt nodig te hebben voor met name het overleg met de provincie (en mogelijk ook het overleg in het college van B&W en of met de Raad). Na die datum zullen de Burdorganisaties zich vrij voelen die juridische stappen te ondernemen die zij nodig achten om hun door de opzegging van het Convenant geschade belangen te beschermen. Grou, 14 september 2009 3 t

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2009 | | pagina 48