Argumenten: 1Het huidige GRP is geldig tot en met 2011Een verbreed GRP is pas vanaf 2013 verplicht. 2. Vanaf 2010 moeten gemeenten zijn overgeschakeld op de nieuwe rioolheffing welke in de plaats komt van het huidige rioolrecht. 3.1 Er zijn reeds kosten van de nieuwe zorgplichten opgenomen in het huidige GRP 2007-2011 en het bijbehorende kostendekkingsplan. In het huidige GRP zijn al kosten opgenomen voor grondwaterproblematiek. Ook de kosten van aanleg en onderhoud van regenwaterriolen zijn meegenomen. Op dit moment wordt de noodzaak niet aanwezig geacht om voor deze taken méér middelen op te nemen. 3.2 Extra tariefverhoging is wellicht niet wenselijk gezien het huidige niveau van het tarief. Het huidige GRP 2007-2011 voorziet binnen de planperiode al in een forse jaarlijkse tariefverho ging (verhoging van 22,75 per jaar, tarief 2010 is 230,95). 3.3 4 Vanaf 2010 gaan toerekenen van kosten voor onderhoud van bepaalde watergangen vergt een (tussentijdse) aanpassing van het kostendekkingsplan, en levert weinig extra geld op. Het is efficiënter om een dergelijke aanpassing door te voeren op het moment dat er een nieuw GRP moet worden opgesteld. Kosten die de gemeente extra zou kunnen toerekenen zijn kosten die de gemeente (nu ook al) maakt voor onderhoud van bepaalde watergangen in bebouwd gebied die dienen voor de inzame ling van hemelwater van particuliere percelen. De wet gemeentelijke watertaken biedt deze mo gelijkheid. De gemeente maakt deze kosten nu ten laste van een ander beheerproduct. Dit geeft de mogelijkheid tot enige tariefverhoging. Echter, de extra toe te rekenen kosten zijn gering, te meer nu het beheer en onderhoud van veel watergangen in het bebouwde gebied binnen nu en 1 jaar door de gemeente wordt overgedragen aan Wetterskip Fryslân. Het huidige GRP loopt per 1 januari 2012 af. In de loop van 2011 moet dus een nieuw (verbreed) GRP worden vastgesteld. Het is efficiënter om op dat moment eventuele wijzigingen in de kostentoerekening door te voe ren. Op dat moment kan de gemeente ook gebruik maken van de ervaringen die in den lande zul len zijn opgedaan met de mogelijkheden op dit gebied. 5. Splitsen van de heffing wordt door de Vereniging van Nederlands Gemeenten afgeraden. In een voorlichtingsbijeenkomst over de nieuwe rioolheffing gegeven door een specialist van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten werd de splitsing van de heffing ontraden. Bij splitsing moeten beide heffingen worden voorzien van een kostenonderbouwing. Het opstellen van een goede eenduidige kostenonderbouwing en het op eenduidige wijze toepassen ervan is lastig. 6.1 Eigenaren en gebruikers van grotere gebouwen en terreinen waarvan (uitsluitend) het regen water en/of grondwater direct of indirect wordt geloosd op de gemeentelijke riolering hebben substantieel profijt van de riolering, en moeten dan ook vanuit het gelijkheidsbeginsel meebetalen aan de exploitatie van de riolering. 6.2 Uit het oogpunt van doelmatigheid wordt voorgesteld om qua 'uitsluitend-heme/water/ozers' slechts een aanslag op te leggen wanneer de WOZ-waarde van het object hoger of gelijk is aan €20.000,- Hiermee wordt voor kleine objecten zoals afzonderlijke garageboxen, geen aanslag opgelegd. Ge zien het beperkte profijt zou voor kleine objecten slechts een zeer kleine aanslag kunnen worden opgelegd die vervolgens ook nog eens moet worden opgedeeld in een eigenaars- en gebruikers deel. In relatie tot de kosten van het opleggen van een aanslag wordt dit niet doelmatig geacht. Een afzonderlijk in gebruik zijnd deel van een bedrijfsverzamelgebouw van enige omvang heeft een hogere waarde en krijgt dus wel een aanslag. Pagina 4 3 01 invoeren rioolheffing/owwf/4

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2009 | | pagina 54