Zoals reeds gesteld, kan op grond van artikel 7:1 jo. 8:1 Awb uitsluitend bezwaar worden aangetekend tegen een besluit. Ingevolge artikel 1:3, lid 1, Awb moet onder een besluit worden verstaan een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. Met het begrip rechtshandeling wordt bedoeld: een handeling gericht op rechtsgevolg. Daarmee is bedoeld dat een beslissing gericht moet zijn op rechtsgevolgen die ontstaan in de verhouding van een bestuursorgaan tot één of meer anderen. Naar het oordeel van de Commissie is de inhoud van de brieven van 4 juni 2009 en 23 juni 2009 niet gericht op rechtsgevolg. Beide brieven hebben slechts een informerend karakter. In de brief van 4 juni 2009 wordt bezwaarmaker geïnformeerd over de vaststelling van de verordening en in de brief van 23 juni 2009 wordt aan hem uitgelegd dat helaas een onjuist aanvraagformulier is toegezonden. De Commissie kan zich de verwarring en verbazing van bezwaarde als gevolg van deze brieven goed voorstellen. Het is verwarrend dat in een aanvraagformulier een tarief van 250,- wordt genoemd, terwijl in de begeleidende brief en een later toegezonden brief wordt meegedeeld dat een tarief van 500,- van toepassing is. Voor de beoordeling van het bezwaar, doet dit echter niet ter zake. De Commissie staat uitsluitend voor de vraag of de brieven voor bezwaar vatbare besluiten bevatten en die vraag beantwoordt de Commissie ontkennend. De inhoud van de brieven van 4 juni 2009 en 23 juni 2009 heeft geen gevolgen voor de verhouding die reeds bestaat tussen bezwaarmaker en burgemeester en wethouders. In de brieven wordt immers uitsluitend herhaald wat door de Raad reeds bij besluit van 26 mei 2009 is vastgesteld. Tegen de brieven van 4 juni 2009 en 23 juni 2009 kan op grond van de voornoemde artikelen van de Awb derhalve geen bezwaar worden aangetekend. Het bezwaar moet om die reden kennelijk niet-ontvankelijk worden verklaard. Beoordeling bezwaar Aan een inhoudelijke beoordeling van het bezwaarschrift komt de Commissie als gevolg van het bovenstaande niet toe. Advies De Commissie adviseert de Raad het bezwaarschrift van de heer P. Wielinga voor zover dat is gericht tegen de vaststelling van het tarief van 500,- in de Verordening op de heffing en invordering van veergeld 2009 kennelijke niet-ontvankelijk te verklaren. De Commissie adviseert burgemeester en wethouders het bezwaarschrift van de heer P. Wielinga voor zover dat is gericht tegen de brieven van 4 juni 2009 en 23 juni 2009 eveneens kennelijk niet- ontvankelijk te verklaren. Grou, 30 oktober 2009 Commissie Bezwaarschriften van de gemeente Boarnsterhim drs. H. Schukking, voorzitter mr. drs. F.W. Visser, secretaris Pagina 2 Advies Wielinga oktober 2009

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2009 | | pagina 84