Daarbij moet nog worden opgemerkt dat de door het Rijk aangekondigde bezuinigingen voor het
jaar 2011 naar verwachting diep zullen insnijden in de uit het gemeentefonds beschikbaar ko
mende middelen. Wij kennen de juiste omvang van de te verwachten lagere algemene uitkering
noq niet Wel staat vast dat het om een substantieel bedrag zal gaan. In de onderhandelingen
met het Rijk zal het Rijk er naar streven de noodzakelijke extra middelen vanuit het gemeente
fonds zoveel mogelijk te beperken. Weinig ruimte zal ons worden gelaten wanneer het gaat om
niet wettelijke taken. Dat geldt ook voor verschillende van onze noodzakelijk geachte onder-
houdsinspanningen. Onze zorg ten aanzien van dit traject is dat het met aMeen naar a 'e waar
schijnlijkheid veel langer gaat duren, maar meer nog dat de uitkomst van dit traject uiteindelij
zou kunnen zijn toch niet in staat te zijn voldoende financiële begrotingsruimte te creeren om
daaruit nieuwe op onze gemeente afkomende investeringen te kunnen dragen, dan wel de lasten
van nieuwe taken te kunnen dekken omdat er te weinig middelen worden meegegeven door an
dere overheden. Wij kunnen hieraan nog wel enige opmerkingen toevoegen. Indien wij er in nau
we samenwerking met uw raad in zouden slagen weer een duurzaam evenwicht tot stand te
brengen tussen de inkomsten en de uitgaven, dan moet u er wel vanuit gaan, dat we dan in een
situatie verkeren, waarin er nog steeds geen sprake is van nieuwe investeringsruimte. Dan is er
naar alle waarschijnlijkheid sprake van een zeer bescheiden vermogen (een geringe plus voor de
Algemene Reserve). De begrotingsruimte, die er dan wellicht is, zal gedurende een aantal jaren
zodanig zorgvuldig moeten worden bewaakt dat er langere tijd rekeningsoverschotten ontstaan
die kunnen worden toegevoegd aan de Algemene Reserve. Wij vrezen in die situatie dalde uit
voering van de basistaken van de gemeente in het gedrang komt. Dit wordt nog versterkt doorat
een gevolg van de van het Rijk te verwachten aan ons op te leggen uitgavenbeperking zal zijn dat
onze problematiek ten aanzien van het achterstallige onderhoud alleen maar ernstig vergroot zal
worden. Kortom: "de gemeente krijgt geen vlees op de botten". Voorts vragen wij m dit verband
aandacht voor de duurzaamheid van deze oplossing. Bij alle in de provincie Fryslan, als het gaat
om haar bestuurlijke organisatie in de toekomst, te verwachten ontwikkelingen - aanzienlijke
schaalvergroting - durven wij de veronderstelling uit te spreken dat een zelfstandig voortbestaan
van Boarnsterhim geen duurzame oplossing is.
Financieel gezond worden, waarbij er sprake is van samenloop van een artikel 1 2 - traject en een
voorgenomen herindeling leidt tot een zogenaamde "schone" oplevering op het moment van d
start van de nieuwe gemeente. Dit traject zal dan moeten worden afgerond in de periode, die
vooraf gaat aan de start van een nieuwe gemeente. Wij nemen daarbij aan dat de voorbereidin
gen voor een herindeling uiterlijk 1 januari 2013 kunnen worden afgerond Het spreekt voor zich
dat wij ten aanzien van dat tijdstip een voorbehoud moeten maken. In dit traject lijken betere
kansen aanwezig te zijn op een minder scherp moeten bezuinigen op de uitgaven, die ons voor
zieningenniveau schragen. Uitgangspunt is daarbij onze aanname dat ons voorzieningen niveau
zal worden vergeleken met dat van de mogelijke herindelingspartners. Onze inzet zal er op zijn
gericht de "afbraak" van voorzieningen, die beleidsmatig gezien in de situatie van de herinde-
Hnqspartner in feite in stand zouden moeten worden gehouden, zoveel mogelijk te voorkomen.
Het moge duidelijk zijn dat voorgaande bespiegelingen over de mogelijke beleidswendingen in een
situatie van samenloop van de afhandeling van een artikel 1 2 - verzoek met een traject van her
indeling in belangrijke mate berust op veronderstellingen. Die veronderstellingen weerspiegelen
onze inzet in het kader van deze situatie. Daarover mag geen misverstand bestaan. Indien uw
raad tot herindeling zal besluiten, dan zullen wij in nauwe samenwerking met het provinciaal be
stuur over dit vraagstuk nader overleg plegen met de staatssecretaris van het ministerie van BZK
Het is de bedoeling dit overleg te plegen op een zodanig tijdstip, dat wij uw raad tijdig (vooraf
gaande aan de raadsvergadering van 9 februari 2010) kunnen informeren over de resultaten van
dit gesprek. Wij kunnen uw raad dus geen zekerheden bieden. Objectieve gegevens kunnen onze
gedachten niet ondersteunen.
Pagina 5
2 01 Raadsvoorstel besluit herindeling/odlb/5