zijn opgenomen. Als basis daarvoor dient de op 10 november 2009 vastgestelde programmabe
groting 2010. Na vaststelling van de voorjaarsnota wordt de begroting 2010 overeenkomstig de
besluitvorming gewijzigd en wordt de (sanerings)begroting 2011 opgesteld (zie ook kanttekening
2).
De noodzaak van een saneringsbegroting is evident. Niet alleen vanwege de verwachte verplich
ting bestaande uit één of meerdere bijzondere rijksvoorschriften, maar ook vanzelfsprekend van
uit ons eigen perspectief: wat is nodig om de gemeente financieel gezond te krijgen en welke
maatregelen daartoe zijn verantwoord mogelijk? In een dergelijke begroting wordt aangegeven op
welke wijze en op welke termijn het totale financiële herstel zijn beslag krijgt (zie ook kantteke
ning 3).
Tegelijk met het opstellen van de begroting volgt de saneringsuitwerking per onderdeel, als volgt:
a. Welke (bestaande) beleidsmaatregel(en) moet(en) worden (veranderd) getroffen om de sane
ring te realiseren?
b. Wat zijn de consequenties en voor wie?
c. Hoeveel ambtelijke capaciteit is gemoeid met de voorbereiding van de sanering?
d. Communicatie(plan) met instellingen/derden in beeld brengen.
e. Wat zijn de effecten op de bedrijfsvoering (capaciteit/materiaal/materieel/financiën) nadat de
sanering is gerealiseerd?
f. Zijn er kosten van afvloeiing, afkoop in verband met de sanering?
Per onderdeel (a tot en met e) wordt de tijdsfasering in beeld gebracht. De sanering is dynamisch
van aard. Immers de (negatieve) financiële ontwikkelingen fluctueren onder meer door wijzigingen
in de algemene uitkering uit het gemeentefonds (zoals reeds eerder aan u gemeld, is nog geen re
kening gehouden met een verlaging van de algemene uitkering per 2011), wijzigingen van regel
geving en beleidswijzigingen op basis van de beoordeling: is het onuitstelbaar onontkoom
baar" (zie ook kanttekening 1).
Kanttekeningen:
1Naast het zelf opgestarte saneringsproces maakt het Rijk in het eerste kwartaal 2010 me
de aan de hand van de clusterbedragen van de algemene uitkering een analyserapport om
het relevante begrotingstekort van onze gemeente te bepalen. Dit is het tekort dat bepa
lend is voor de toetsing door het Rijk of het tekort aanmerkelijk en structureel is. Het gaat
daarbij zowel om de hoogte als de duur van het tekort. Daarom worden op het door de
gemeente zelf berekende tekort veelal correcties toegepast. Het aldus gecorrigeerde tekort
biedt de basis voor het voorstel van de inspecteur omtrent de hoogte van de aanvullende
gemeentefondsuitkering. Dit kan een bedrag zijn, uitgesmeerd over meerdere jaren (totdat
de begroting structureel in evenwicht is) of een bedrag ineens. Voorwaarde is dat de ge
meente een "sluitende" saneringsbegroting heeft opgesteld. Een en ander kan dus tot wij
ziging van de saneringstaakstelling leiden.
2. Gelet op de (aanvraag van de) artikel 12-status en het gegeven dat de meerjarenbegroting
niet sluitend is, heeft de provincie Fryslân de door uw raad vastgestelde programmabegro
ting 2010 vooralsnog niet goedgekeurd (zie ter inzage gelegde brief de dato 8 december
2009). Wel is tot op zekere hoogte het aanwenden van budgetten toegestaan. Daarom is
in overleg met het Rijk het budgetniveau 2010 voorlopig bepaald op dat van de begroting
2009 inclusief de door de provincie goedgekeurde en structureel doorwerkende begro
tingswijzigingen 2009. Dit budgetniveau is in afwachting van het besluit van het Rijk op
de artikel 12-aanvraag voorlopig het maximale uitgangspunt voor de productenraming
2010. Een en ander is als werkbegroting 2010 in ons financiële informatiesysteem inge
voerd.
3. In het artikel 12-proces speelt het op dit moment nog geen rol dat de gemeente niet zelf
standig blijft. Pas wanneer duidelijk is in welk jaar de gemeente wordt heringedeeld, vindt
afstemming plaats met het artikel 12-traject inclusief de saneringsbegroting. In die context
vindt een zogenaamde "financieel schone oplevering" plaats ten behoeve van toekomstige
Pagina 4
3 04 RVsaneringsplanVersiel 30110/odgk/4