BOARNSTERHIM
gemeente
BESLUITVORMEND RAADSVOORSTEL
Status:
Raadsvergadering
Agendapunt
Portefeuillehouder
Behandelend ambtenaar
besluitvormend
22 maart 2010
2.1 b
burgemeester T. Baas
A.G.M. Rutten
Telefoon: 0566-629396; e-mail: ruttena@boarnsterhim.nl
Onderwerp:
Ontheffing woonplaatsvereiste
Voorstel:
1. Aan mevrouw H.J. (Hermien) de Haan-Laagland, aan mevrouw M.A.J. (Marian) Jager-
Wöltgens. en aan de heer F.A.J.M. (Felix) van Beek ontheffing te verlenen van het vereiste van
ingezetenschap in verband met de functie van wethouder, op grond van artikel 36a, lid 2, van de
Gemeentewet voor de periode vanaf 22 maart 2010 tot en met 21 maart 2011
2. De ontheffing in de komende jaren steeds opnieuw te verlenen, tot de opheffing van de ge
meente.
Inleiding:
Mevrouw De Haan-Laagland woont in Leeuwarden, mevrouw Jager - Wöltgens in Oosterwolde
en de heer Van Beek woont in Joure.
De Gemeentewet bepaalt in artikel 36a dat voor het wethouderschap dezelfde vereisten gelden
als voor het lidmaatschap van de raad, waaronder het vereiste om in de gemeente te wonen.
Lid 2 van dit artikel maakt het mogelijk dat de raad hiervan voor de duur van een jaar ontheffing
kan verlenen. In 2007 is de ontheffingsmogelijkheid verruimd door in de wet op te nemen dat de
ontheffing "in bijzondere gevallen" telkens met een periode van maximaal een jaar verlengd kan
worden.
De beslissing op de vraag of in een concrete situatie aanleiding is voor een ontheffing berust bij
de gemeenteraad. De wetgever heeft daarvoor geen criteria vastgelegd en laat dit bewust aan
het oordeel van de raad over.
De raad heeft bij de benoeming van de betrokkenen op 31 maart 2009 tot wethouder, aan hen
ontheffing verleend van het vereiste van ingezetenschap, op grond van artikel 36a, lid 2, van de
Gemeentewet voor de duur van een jaar met verlenging van de periode tot de vorming van een
nieuw college van B&W na de raadsverkiezingen van 3 maart 2010. De raad overwoog dat rede
lijkerwijs geen verplichting tot verhuizing gesteld kon worden voor deze korte periode
Bij de voorliggende aanbeveling tot benoeming is sprake van een kortere dan gangbare duur van
de raadsperiode. De raad heeft op 1 5 december 2009 besloten dat het niet wenselijk is dat de
gemeente zelfstandig blijft voortbestaan. Uitgegaan wordt van opheffing gemeente per 1 januari
2013. De raad is van oordeel dat sprake is van een bijzonder geval bij opheffing van de ge
meente over 33 maanden, en dat dit aanleiding is om de ontheffing voor de gehele resterende pe-
3 ontheffing woonplaatsvereiste
