De raad van de gemeente Boarnsterhim, 1Cmaort
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 16 maart
2010
gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet en artikel 12, eerste lid,
onderdeel a Wet Investeren in Jongeren
BESLUIT
Vast te stellen de "Afstemmings- en fraudeverordening Wet Investeren in Jongeren
2010"
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
1In deze verordening wordt verstaan onder:
a wet: de Wet investeren in jongeren (WIJ);
b' WIJ-norm: de op grond van hoofdstuk 4 van de wet op de jongere vartoePa®s,ng.
zijnde norm, vermeerderd of verminderd met de op grond van dat hoofdstuk door het
colleqe vastgestelde verhoging of verlaging;
c. maatregel: de verlaging van de inkomensvoorziening op grond van artikel 41, eerste
d btnade'lingsbedrag: het bruto bedrag dat als gevolg van het niet of niet behoorlijk
nakomen van een inlichtingenverplichting ten onrechte is verleend als
inkomensvoorziening of werkleeraanbod op grond van de wet; Rnarn-tprhim
e. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Boarnsterhim.
2. In deze verordening wordt mede verstaan onder benadelingsbedrag: de kosten van
het werkleeraanbod.
Artikel 2. Afstemming
1 Onverminderd artikel 42 van de wet, verlaagt het college, overeenkomstig deze
verordening, het bedrag van de aan de jongere toegekende inkomensvoorziening, als
de jongere naar het oordeel van het college de op hem rustende verplichtingen
bedoeld in hoofdstuk 5 van de wet, of de uit artikel 30c, tweede lid of derde lid, van
de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen voortvloeiende
verplichtingen, niet of onvoldoende nakomt, dan wel zich jegens het college zeer
ernstig misdraagt.
2. Een maatregel wordt afgestemd op de ernst van de gedraging, de mate van
verwijtbaarheid en de omstandigheden van de jongere en kan daarom afwijken van
de in deze verordening genormeerde maatregelen.
Artikel 3. Berekeningsgrondslag
De maatregel wordt toegepast op de voor de jongere van toepassing zijnde WIJ- norm.
Artikel 4. Het besluit tot opleggen van een maatregel
In het besluit tot opleggen van een maatregel worden in ieder geval vermeld: de reden
en duur van de maatregel, het bedrag waarmee de inkomensvoorziening wordt verlaagd
en, indien van toepassing, de reden om af te wijken van een standaardmaatregel.
2