besluit worden verstaan een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. Met het begrip rechtshandeling wordt bedoeld: een handeling gericht op rechtsgevolg. Daarmee is bedoeld dat een beslissing gericht moet zijn op rechtsgevolgen die ontstaan in de verhouding van een bestuursorgaan tot één of meer anderen. Gelezen de bezwaren van bezwaarmaker komt de Commissie tot de conclusie dat deze zich enerzijds richten tot het voorstel dat burgemeester en wethouders, naar aanleiding van de ingediende zienswijzen, aan de Raad ter besluitvorming hebben voorgelegd. Daarbij is naar de mening van bezwaarmaker ten onrechte afgeweken van de bij amendement op 27 oktober 2009 vastgestelde concept Beheerverordening. De Commissie overweegt dat een voorstel tot het nemen van een besluit niet kan worden aangemerkt als een besluit waartegen bezwaar en beroep kan worden aangetekend. Hieruit vloeit voort dat de bezwaren die zijn gericht tegen het voorstel tot vaststelling van de Beheerverordening niet-ontvankelijk zijn. Anderzijds richt het bezwaarschrift zich tegen de stelling van burgemeester en wethouders, door de verantwoordelijke wethouder verwoord tijdens de raadsvergadering op 14 december 2009, dat het rapport van de rekenkamercommissie aanbevelingen bevat en dat het rapport daarmee vrijblijvend is. Zoals de Commissie in het voorgaande reeds heeft overwogen kan uitsluitend beroep, en voorafgaand daaraan bezwaar, worden ingesteld tegen een besluit als bedoeld in artikel 1:3, lid 1 Awb. De Commissie staat daarmee voor de vraag of de mededelingen van de wethouder tijdens de raadsvergadering moeten worden aangemerkt als een besluit waartegen bezwaar en beroep openstaat. De Commissie beantwoordt deze vraag ontkennend. Een tijdens een raadsvergadering door een wethouder verwoord standpunt zoals in deze aan de orde is, dat moet worden getypeerd als een mondelinge mededeling, kan niet worden aangemerkt als een besluit als bedoeld in artikel 1:3, lid 1 Awb omdat de mededeling niet schriftelijk is gedaan en daarnaast op geen enkele manier op rechtsgevolg is gericht. De mededeling betreft uitsluitend de mening van burgemeester en wethouders over de manier waarop het rekenkamerrapport moet worden gelezen en daardoor ontstaan geen rechten of plichten en wordt geen bevoegdheid of status gecreëerd of teniet gedaan Op grond hiervan komt de Commissie tot de conclusie dat ook het bezwaarschrift van 17 december 2009, kennelijk niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Gezien het voorgaande is op grond van artikel 7:3, sub a, Awb en artikel 9, lid 2, Verordening Commissie bezwaarschriften afgezien van het horen van bezwaarmaker. Beoordeling bezwaar Aan een inhoudelijke beoordeling van de bezwaarschriften komt de Commissie als gevolg van het bovenstaande niet toe. Advies De Commissie: 1. adviseert burgemeester en wethouders het bezwaarschrift van de heer L.D. Hania van 17 december 2009 kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren en 2. adviseert de Raad het bezwaarschrift van de heer L.D. Hania van 22 december 2009 kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren. Grou, 26 februari 2010 Commissie Bezwaarschriften van de gemeente Boarnsterhim drs. H. Schukking, voorzitter mr. drs. F.W. Visser, secretaris Pagina 4 Advies Hania februari 2010 (2 bezwaarschriften)

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2010 | | pagina 96