Slechts in bijzondere gevallen kan een hogere masthoogte aanvaardbaar
zijn, mits dit gemotiveerd wordt op basis van gebruiks- en
belevingsfuncties.
Dit houdt voor de gemeente Boarnsterhim in dat op basis van het provinciaal
beleid bepaalde gebieden afvallen voor het oprichten van windturbines. Het gaat
dan om de EHS (Ecologische Hoofdstructuurj-natuurgebieden en tevens de
natuurgebieden buiten de EHS. Natuurgebieden die in onze gemeente liggen zijn
de Alde Feanen, Sneekermeer, De Deelen, Botmar, gebieden langs het Pikmeer
en de invloedsgebieden daarvan. Maar ook de stiltegebieden (binnen de
gemeente Boarnsterhim zijn dat de Alde Feanen en De Deelen), en de
invloedsgebieden zijn uitgesloten. Deze gebieden bevinden zich vooral in het
oosten en zuiden van de gemeente.
Zoekgebieden voor het oprichten van windturbines bevinden zich op basis van
deze criteria in Boarnsterhim langs de infrastructurele werken zoals het spoor
Leeuwarden-Zwolle en de A32. Deze liggen in het westelijke deel van de
gemeente.
Voorts geeft de provincie nog enkele criteria voor het oprichten van solitaire
windturbines. Deze kunnen slechts in beperkte gevallen worden geplaatst. Het
gaat dan uitsluitend om locaties op of aansluitend bij bedrijventerreinen. Hierbij
geldt een maximale ashoogte van 60 meter voor turbines op of aansluitend aan
bedrijventerreinen in de stedelijke of regionale centra en voor de overige een
maximale ashoogte van 45 meter. Van deze hoogte kan in voorkomende gevallen
gemotiveerd worden afgeweken. Om in aanmerking te komen voor plaatsing op
een bedrijventerrein dient dan wel een landschappelijk juiste inrichtingsschets ten
grondslag te liggen.
Voorts is de provincie nog bezig met een herziening van het beleid. Op dit
moment is er echter geen concreet stuk of denkrichting. Vorig jaar hadden GS
een startnotitie vastgesteld waarin werd ingezet op een optimalisering van het
vermogen uit windenergie en aan een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit.
Windturbines zouden in een aantal gebieden van Friesland geconcentreerd
worden. Het betrof hier De Greiden, het kwelderwallenlandschap en de
Afsluitdijk. De overige gebieden in de provincie zouden dan gevrijwaard dienen te
blijven van windturbines.
Binnen deze kansrijke gebieden zouden dan verschillende typen opstellingen
gerealiseerd dienen te worden die de verschillen in de diverse landschapstypen
versterken i.p.v. allemaal dezelfde type opstellingen die leiden tot een nivellering
van de landschappen. Een groot deel van de huidige turbines diende dan
gesaneerd te worden.
Uiteindelijk zou er dan plaats zijn voor zo'n 130 turbines in de provincie met een
masthoogte tussen de 80 en 100m (hoger dan de huidige toegestane max.
hoogte). In totaal zou daarbij dan circa 350-440 MW energie worden opgewekt.
Provinciale Staten hebben echter uiteindelijk niet ingestemd met deze beleidslijn,
zodat initiatieven nog steeds getoetst worden aan het beleid windstreek 2000.
Op dit moment is nog geen zicht op de richting van eventueel nieuw beleid van
de provincie.
5