3. Componenten impact windenergie
Windenergie heeft verschillende aspecten. In eerste instantie is er de
milieucomponent. Windenergie is immers duurzame energie. Maar windturbines
hebben ook een ruimtelijke impact. Zij zijn zichtbaar in het landschap en hebben
in bepaalde gevallen invloed op functies in de directe omgeving. Tenslotte is er
ook nog een maatschappelijk effect. Direct omwonenden ervaren in sommige
gevallen overlast van windturbines. Het gaat dan met name om geluidsoverlast
en de effecten van slagschaduw. Voorts zijn er maatschappelijke groepen die pro
dan wel contra-windenergie zijn.
In sommige gevallen worden de (direct) omwonenden betrokken bij een project.
Wanneer een deel van de opbrengsten terugvallen aan deze bewoners of worden
geïnvesteerd in projecten die ten goede komen aan de gemeenschap, vergroot dit
het draagvlak.
Binnen dit hoofdstuk worden deze drie componenten verder toegelicht.
3.1 Milieucomponent
Windenergie is een geschikte vorm van duurzame energie om in Nederland toe te
passen. In vergelijking met andere duurzame energiebronnen is het goedkoop te
produceren en grote delen van ons land zijn windzeker; technisch gezien is het
makkelijk te realiseren. Windenergie is dan ook een energiebron die in Nederland
een significante bijdrage kan leveren aan het aandeel duurzame energie en zo de
uitstoot van C02 kan reduceren.
Als een turbine van 3 MW op vol vermogen draait, dan levert dat 3MWh -
3000 kWh elektriciteit op. De energie die door windturbines wordt opgewekt
wordt namelijk eigenlijk altijd gebruikt voor de productie van elektriciteit, warmte
is technisch gezien veel lastiger. Om te bepalen hoeveel elektriciteit een
windturbine op jaarbasis levert, dient het aantal vol-last-uren bekend te zijn. Dit
is de tijd die een turbine op jaarbasis draait. Voor de huidige generatie turbines
ligt het aantal vol-last-uren op 2200. Een gemiddelde, moderne windturbine met
een vermogen van 3 MW levert dus zo'n 6600 MWh per jaar. Hiermee kunnen
circa 2000 huishoudens per jaar van stroom worden voorzien. Om een beeld te
krijgen wat dat concreet inhoudt, is in navolgend rekenvoorbeeld de gemeente
Boarnsterhim genomen. In onze gemeente wonen ongeveer 8100 huishoudens.
Met de realisering van 12 MW (4 X 2000) aan windvermogen, zou dan in de
totale stroombehoefte van alle huishoudens binnen onze gemeente worden
voorzien.
De C02 besparing per 1000 kWh 1MWh) windenergie ten op zichte van
bestaande centrales is gemiddeld 590 kg C02 per MWh (zit enige variatie in
afhankelijk van of de centrale kolen, olie of gas gestookt is). Een turbine van 3
MW levert (afhankelijk van het aantal vol-last-uren) gemiddeld een besparing op
tussen de 2400 en 3800 ton C02 per jaar. Na een half jaar draaien van de
windturbine is de hoeveelheid C02 die nodig was voor het produceren van de
turbine al terugverdiend. Gemiddeld gaat een turbine zo'n 15 tot 20 jaar mee,
zodat de bijdrage aan de C02 besparing aanzienlijk is.
Het is overigens niet zo dat wanneer er in Boarnsterhim nu 12 MW aan
windvermogen wordt gerealiseerd, die windturbines ook daadwerkelijk de stroom
aan de huishoudens in onze gemeente zullen gaan leveren. Praktische gezien is
het lastig om de productie van elektriciteit (in dit geval het opwekken van
7