2. Indien boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de
raad deze aanduiding als naam. Indien geen aanduiding boven de kandidatenlijst was
geplaatst, deelt de fractie in de eerste vergadering van de raad aan de voorzitter mee
welke naam deze fractie in de raad wil voeren.
3. De namen van degenen die als voorzitter van de fractie en als diens plaatsvervanger
optreden worden zo spoedig mogelijk doorgegeven aan de voorzitter.
4. Indien één of meer leden van een of meer fracties als zelfstandige fractie gaan optre
den of indien één of meer leden van een fractie zich aansluiten bij een andere fractie
wordt hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan aan de voorzitter.
Voor het splitsen dan wel het vormen van nieuwe fracties is geen toestemming ver
eist van de raad.
5. De nieuwe naam van de fractie wordt gebruikt met ingang van de eerstvolgende ver
gadering van de raad.
HOOFDSTUK 3. VERGADERINGEN
PARAGRAAF 1. TIJDSTIP VAN VERGADEREN; VOORBEREIDINGEN
Artikel 9. Vergaderfrequentie
1De vergaderingen van de raad vinden in de regel plaats op een dinsdag, vangen aan
om 20.00 uur en worden gehouden in de raadszaal van het gemeentehuis.
2. Het vergaderschema wordt vastgesteld door het presidium.
3. De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag en aanvangsuur bepalen of
een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover, tenzij er sprake is van een
spoedeisende situatie, overleg in het presidium.
Artikel 10. Oproep
1De voorzitter zendt ten minste 10 dagen voor een vergadering de leden van de raad
een schriftelijke oproep onder vermelding van dag, tijdstip en plaats van de vergade
ring.
2. De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in
artikel 25, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden te
gelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden van de raad verzonden.
Artikel 11Agenda
1In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de schriftelijke op
roep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agen
da opstellen. Deze wordt met de daarbij behorende stukken aan de leden van de raad
verzonden, en openbaar gemaakt.
2. Bij aanvang van de vergadering stelt de raad de agenda vast. Op voorstel van een lid
van de raad of de voorzitter kan de raad bij de vaststelling van de agenda onderwer
pen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.
3. Wanneer de raad een onderwerp onvoldoende voor de openbare beraadslaging voor
bereid acht, kan hij het onderwerp verwijzen naar een commissie of aan het college
nadere inlichtingen of advies vragen.
4. Op voorstel van een lid van de raad of van de voorzitter kan de raad de volgorde van
behandeling van de agendapunten wijzigen.
Artikel 11a. Raadsvoorstellen
1. Onderscheid wordt gemaakt tussen informerende, opiniërende en besluitvormende
raadsvoorstellen.
3