3. De voorzitter draagt zorg voor een zitplaats voor de wethouders, secretaris en overi ge personen, die voor de vergadering zijn uitgenodigd. Artikel 17. Opening vergadering; quorum 1De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur indien het daarvoor door de wet vereiste aantal leden van de raad blijkens de presentielijst aanwezig is. 2. Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aan wezig is, bepaalt de voorzitter, na voorlezing van de namen der afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering, met inachtneming van artikel 20 van de Ge meentewet. Artikel 17a. Primus bij hoofdelijke stemming 1Alvorens de aangekondigde onderwerpen aan de orde te stellen deelt de voorzitter mede bij welk lid van de raad de hoofdelijke stemming zal beginnen. Daartoe wordt bij loting een volgnummer van de presentielijst aangewezen; bij het daar genoemde lid begint de hoofdelijke stemming. 2. De voorzitter kan het aanwijzen van de primus bij hoofdelijke stemming en de in het eerste lid vermelde loting uitstellen tot een of meer leden om hoofdelijke stemming vragen. Artikel 18. Spreekrecht burgers 1In het meningsvormend deel van de raadsvergadering hebben aanwezige burgers en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties de gelegenheid om gezamen lijk maximaal 30 minuten het woord te voeren over geagendeerde onderwerpen. De voorzitter geeft de insprekers direct voorafgaand aan het betreffende voorstel het woord. 2. Indien onderwerpen eerder in een meningsvormend deel van de raadsvergadering aan de orde zijn geweest, kan daarover niet meer ingesproken worden in het besluitvor mend deel. Alleen indien onderwerpen direct besluitvormend geagendeerd zijn, en deze niet vallen onder de onderwerpen genoemd in lid 3, kan in het besluitvormende deel van de vergadering worden ingesproken. 3. Het woord kan niet gevoerd worden: a. over een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar of beroep op de rechter openstaat of heeft opengestaan; b. over benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen; c. indien een klacht op grond van artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend. d. onderwerpen waaromtrent door de raad een hoorzitting heeft plaatsgevonden. 4. Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit ten minste 8 uur voor de aanvang van de vergadering aan de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp waarover hij het woord wil voeren. 5. De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering. 6. Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd. 7. De inspreker heeft de mogelijkheid om voor aanvang van de tweede termijn van het betreffende agendapunt kort te reageren op hetgeen naar voren is gebracht. 8. De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter of een lid van de raad doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger. 6

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2010 | | pagina 119