Artikel 27. Beslissing
1 Wanneer de voorzitter vaststelt dat een onderwerp of voorstel voldoende is toege
licht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de raad anders beslist.
2. Nadat de beraadslaging is gesloten vindt, na een stemming over eventuele amende
menten, de stemming plaats over het voorstel, zoals het dan luidt, in zijn geheel ten
zij geen stemming wordt gevraagd.
3. Voordat de stemming over het voorstel in zijn geheel plaatsvindt, formuleert de voor
zitter het voorstel over de te nemen eindbeslissing.
PARAGRAAF 3. PROCEDURES BIJ STEMMINGEN
Artikel 28. Algemene bepalingen over stemming
1 De voorzitter vraagt, of stemming wordt verlangd. Indien geen stemming wordt ge
vraagd en ook de voorzitter dit niet verlangt, stelt de voorzitter vast dat het voorstel
zonder hoofdelijke stemming is aangenomen.
2. In de vergadering aanwezige leden kunnen aantekening in het verslag vragen, dat zij
geacht willen worden te hebben tegengestemd of zich op grond van artikel 28 Ge
meentewet van stemming te hebben onthouden.
3. Indien door een of meer leden stemming wordt gevraagd, doet de voorzitter daarvan
mededeling.
4. De voorzitter of de griffier roept de leden van de raad bij naam op hun stem uit te
brengen. De stemming begint bij het lid dat daarvoor overeenkomstig artikel 17a is
aangewezen. Vervolgens geschiedt de oproeping naar de volgorde van de presentie
lijst.
5. Bij hoofdelijke stemming is ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet van deel
neming aan de stemming op grond van artikel 28 Gemeentewet moet onthouden
verplicht zijn stem uit te brengen.
6. De leden brengen hun stem uit door het woord 'voor' of 'tegen' uit te spreken of
'foar' of 'tsjin', zonder enige toevoeging.
7. Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing
nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid zijn vergissing
pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft
gemaakt wel aantekening vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de
stemming brengt dit echter geen verandering.
8. De voorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming mede, met vermelding van
het aantal voor en tegen uitgebrachte stemmen. Hij doet daarbij tevens mededeling
van het genomen besluit.
Artikel 29. Stemming over amendementen en moties
1Indien een amendement op een aanhangig voorstel is ingediend, wordt eerst over dat
amendement gestemd.
2. Indien op een amendement een subamendement is ingediend, wordt eerst over het
subamendement gestemd en vervolgens over het amendement.
3. Indien twee of meer amendementen of subamendementen op een aanhangig voorstel
zijn ingediend, bepaalt de voorzitter de volgorde waarin hierover zal worden gestemd.
Daarbij geldt de regel, dat het meest verstrekkende amendement of subamendement
het eerst in stemming wordt gebracht.
4. Indien aangaande een aanhangig voorstel een motie is ingediend, wordt eerst over
het voorstel gestemd en vervolgens over de motie.
9