Artikel 37. Collegevoorstel 7. Een voorstel van het college aan de raad dat vermeld staat op de agenda van de raadsvergadering, kan niet worden ingetrokken zonder toestemming van de raad. 2. Indien de raad van oordeel is dat een voorstel als bedoeld in het eerste lid voor ad vies terug aan het college moet worden gezonden, bepaalt de raad in welke vergade ring het voorstel opnieuw geagendeerd wordt. Artikel 38. Interpellatie 1Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in naar het oor deel van de voorzitter spoedeisende gevallen, ten minste 48 uur voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de voorzitter ingediend. Het verzoek bevat een dui delijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd als mede de te stellen vragen. 2. De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van de raad en de wethouders. De interpellatie wordt met de daarbij behorende stukken openbaar gemaakt. Bij de vaststelling van de agenda van de eerstvolgende vergadering na indiening van het verzoek wordt het verzoek in stem ming gebracht. De raad bepaalt op welk tijdstip tijdens de vergadering de interpellatie zal worden gehouden. 3. De interpellant voert niet meer dan tweemaal het woord, de overige leden van de raad, de burgemeester en de wethouders niet meer dan eenmaal, tenzij de raad hen hiertoe verlof geeft. Artikel 39. Schriftelijke vragen 1Schriftelijke vragen worden kort en duidelijk geformuleerd. De vragen kunnen van een toelichting worden voorzien. Bij de vragen wordt aangegeven, of schriftelijke of mondelinge beantwoording wordt verlangd. 2. De vragen worden bij de griffier ingediend. Deze draagt er zorg voor dat de vragen zo spoedig mogelijk ter kennis van de leden van de raad en het college of de burge meester worden gebracht en openbaar gemaakt. 3. Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen dertig dagen nadat de vragen zijn binnengekomen. Mondelinge beantwoording vindt plaats in de eerstvolgende raadsvergadering. Indien beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, stelt het verantwoordelijk lid van het college of de bur gemeester de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aange geven wordt, waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden. Dit bericht wordt behan deld als een antwoord. 4. De antwoorden van het college of de burgemeester worden door tussenkomst van de griffier aan de leden van de raad toegezonden en openbaar gemaakt. 5. De vragensteller kan, bij schriftelijke beantwoording in de eerstvolgende raadsverga dering en bij mondelinge beantwoording in dezelfde raadsvergadering, na de behan deling van de op de agenda voorkomende onderwerpen nadere inlichtingen vragen omtrent het door de burgemeester of door het college gegeven antwoord, tenzij de raad anders beslist. Artikel 40. Mondelinge vragen 1. Bij het betreffende agendapunt is gelegenheid voor raadsleden om mondelinge vragen te stellen aan het college of de burgemeester, tenzij er geen vragen aangekondigd zijn. De vragen zijn van politieke en actuele aard. 2. Het lid van de raad dat vragen wil stellen, meldt dit onder aanduiding van het onder werp en met overlegging van duidelijk geformuleerde schriftelijke vragen ten minste 12 uur voor aanvang van de vergadering bij de voorzitter. Vragen over complexe on- 12

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2010 | | pagina 125