ners gevraagd om een reactie. Het voorontwerpbestemmingsplan is in uw vergadering van 25 mei 2010 informerend voorgelegd. Er zijn geen inspraakreacties binnengekomen. Wel zijn er inhoudelijke reacties ontvangen van twee overlegpartners namelijk; Wetterskip Fryslân (naast de bestemmingsplanprocedure moeten er vergunningen bij het Wetterskip worden aangevraagd) en van de provincie Fryslân. Een inhou delijke reactie is in hoofdstuk 7 van het bestemmingsplan opgenomen. De reacties zijn toege voegd in bijlage 2. Inhoudelijk is het bestemmingsplan niet gewijzigd ten opzichte van het voor ontwerp. In hoofdstuk 2 van het bestemmingsplan is een paragraaf opgenomen over de ruimtelij ke kwaliteit naar aanleiding van de opmerking van de provincie. Daarnaast is het ontwerpbe- stemmingsplan aangepast aan de begrippen, benamingen en procedures van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) die op 1 oktober 2010 in werking is getreden. Hierna heeft het college op 1 2 oktober 2010 besloten het ontwerpbestemmingsplan vrij te geven voor zienswijzen. Het ontwerpbestemmingsplan heeft vanaf 20 oktober 2010 tot en met 30 no vember 2010 ter inzage gelegen. In de raadsvergadering van 2 november 2010 is het ontwerp bestemmingsplan informerend aan u voorgelegd. Er zijn geen zienswijzen binnengekomen. De volgende stap in de procedure is het vaststellen van het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan is inhoudelijk qua mogelijkheden niet gewijzigd ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan. Wel is per 1 oktober 2010 de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking ge treden. Met die wet is ook de Wet ruimtelijke ordening gewijzigd. Bestemmingsplannen die na 1 oktober 2010 worden vastgesteld moeten overeenkomstig de terminologie van de Wabo worden aangepast. Het bestemmingsplan was grotendeels al aangepast aan de Wabo. Er zijn echter in de tussentijd enkele begrippen gewijzigd. Hiermee wijzigt het bestemmingsplan ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan waardoor het juridisch gezien een gewijzigde vaststelling is. Argumenten: 1. Stel geen exploitatieplan vast In artikel 6.12 van de Wet ruimtelijk ordening is aangegeven dat er bij het opstellen van een be stemmingsplan een exploitatieplan moet worden opgesteld voor de gronden waarop een bij alge mene maatregel van bestuur aangewezen bouwplan is voorgenomen. Deze bouwplannen zijn aangegeven in artikel 6.2.1. van het Besluit ruimtelijke ordening. Dit plan valt daar niet onder. Hierdoor is het niet nodig een exploitatieplan vast te stellen. Wel is in november 2010 een planschadeovereenkomst gesloten tussen de gemeente en de initia tiefnemer. Het kostenverhaal is daardoor geregeld. 2. Stel het bestemmingsplan Terherne-Kom-Terhernsterdyk 6 (loods) gewijzigd vast Het voorontwerpbestemmingsplan heeft van 26 mei 2010 tot en met 6 juli 2010 ter inzage gele gen. Er zijn geen inspraakreacties binnengekomen. Wel twee inhoudelijke reacties van de over legpartners. Deze reacties zijn toegevoegd. Inhoudelijk is het plan niet aangepast. Het college heeft op 12 oktober 2010 besloten het ontwerpbestemmingsplan vrij te geven voor zienswijzen. Het ontwerpbestemmingsplan heeft ter inzage gelegen van 20 oktober 2010 tot en met 30 no vember 2010. Er zijn geen zienswijzen binnengekomen. De volgende stap in de procedure is het vaststellen van het bestemmingsplan. Op grond van artikel 3.8 lid 1 onder e van de Wet ruimte lijke ordening neemt de gemeenteraad binnen 12 weken na ter inzage legging een beslissing om trent de vaststelling van het bestemmingsplan. Uiterlijk 22 februari 2011 moet er een besluit zijn genomen omtrent vaststelling. Pagina 2 3 04 raadsvoorstel vaststelling bsp Terherne-Terhernsterdyk 6/bpnv/2

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2011 | | pagina 36