Samenvatting van het financieel resultaat van het rapport.
In het rapport wordt over het begrotingsjaar 2010 een aanvullende bijdrage van 3.580.315
voorgesteld. Deze is opgebouwd uit deelbijdragen voor het begrotingstekort 2010, aanvulling op
de algemene reserve en het onderhoud kapitaalgoederen. Onderstaande tabel is een samenvatting
van de afzonderlijke bedragen in het rapport op pagina 54.
Aanvullende bijdrage relevant tekort 2010
aanvulling begrotingskort 1.483.107
aanvulling algemene reserve 997.354
aanvulling achterstallig onderhoud 971.355
aanvulling regulier beheer 128.499
totale bijdrage 3.580.315
Naar wij hebben begrepen van de extern adviseur is dit rapport veel vollediger en gedetailleerder
dan gebruikelijk is voor een rapport over het eerste jaar. Op de inhoud van het rapport en de de
tails zullen wij nu niet nader ingaan. Daarvoor verwijzen wij naar de verstrekte toelichting op 8
maart 201 1 door de inspecteur en de ter inzage gelegde notities.
Wij beperken ons nu tot de punten, die relevant zijn voor de op te stellen zienswijze.
Argumenten:
De inhoud van het rapport en het financieel resultaat zien wij als een eerste goede stap naar het
financieel herstel. Deze zienswijze spitst zich toe op de punten van commentaar. Dit betreft met
name de volgende punten:
1. Het verbindend voorschrift ten aanzien van de tariefsverhoging Onroerende Zaakbelastin
gen.
2. De looptijd van de rijksbijdragen in relatie tot de herindelingsprocedure.
3. Geen aanvulling van de Algemene Reserve boven een omvang van nul geen weer
standsvermogen.
4. De verrekening van de aanvullende bijdragen beheer met de goedgekeurde begrotingswij
ziging van structureel 1 miljoen voor regulier beheer.
5. De berekening van de bijdragen voor het achterstallig onderhoud.
6. Overige punten.
Op deze punten geven wij hierna een nadere toelichting.
1Belastingvoorschriften
In het rapport wordt een voorschrift opgelegd om de belastingopbrengst Onroerende Zaakbelas
tingen voor de jaren 2012 tot en met 2014 met jaarlijks 5% te verhogen. De toezichthouder
komt tot deze conclusie op basis van het vergelijk met het tarief niet-woningen (bedrijven, win
kels, etc.). Uit het overzicht blijkt dat het tarief achterblijft ten opzichte van het gemiddelde tarief
van de buurgemeenten (pagina 40, tabel 5.4.2b). Tevens staat in het rapport vermeld dat Boarn-
sterhim qua woonlastendruk plaats 410 inneemt op de ranglijst van 431 gemeenten. Dat bete
kent dat in slechts eenentwintig Nederlandse gemeenten de woonlastendruk hoger is.
Daarnaast schijnen een aantal omliggende gemeenten een hoger tarief niet-woningen ingevoerd
te hebben ter voeding van een ondernemerfonds. Hiernaar doen wij nog nader onderzoek. Een
dergelijk fonds wordt veelal ingezet voor promotie activiteiten voor de doelgroep en kan derhalve
niet worden ingezet ter dekking van het algemeen resultaat. In Boarnsterhim is een dergelijk
fonds niet aanwezig.
Pagina 2
3 02 Artikel 12-rapport 2010 raadsvoorstel/fiwt/2