Bij de voorgaande analyse is het overigens frappant om het gemiddelde hoger tarief (niet wonin gen) van de buurgemeenten in te zetten voor een extra opbrengst. In dit vergelijk zou eveneens het gemiddelde tarief woningen moeten worden betrokken om een evenredig verhaal ten opzichte van de belastingdruk tot uiting te kunnen brengen. Het gemiddelde tarief woningen in Boarnster- him ligt namelijk aanzienlijk hoger dan in de buurgemeenten. De tarieven staan eveneens op pagi na 40 in de hiervoor genoemde tabel. In het licht van de totale opbrengst onroerende zaakbelas tingen zou dit betekenen dat deze extra opbrengst zou kunnen worden ingezet als tegenhanger van de te benutten ruimte in het tarief niet-woningen. In het kader van een rechtevenredig verge lijk van opbouw van de tarieven onroerende zaakbelasting in relatie tot de belastingdruk lijkt dit voor de hand te liggen. Daarnaast zorgt de verlaging van het tarief woningen, binnen een tijdsbe stek van drie jaar, voor terugdringen van een schrikeffect op basis van de voorstellen tot herinde ling in 2014. Alhoewel de extra inspanning van de gemeente tot het terugdringen van het tekort hiermee enigszins wordt verlaagd, wordt hiermee wel bereikt dat de tariefstructuur, in de aanloop tot de herindeling, niet voor het nodige schrikeffect gaat zorgen. Ook bij een dergelijke keuze val len de ozb-opbrengsten nog binnen de norm voor toetreding van een artikel 12 aanvraag. 2. Termijn van aanvullingen in relatie tot de herindeling Bij de berekening van de aanvulling op de algemene reserve gaat het rapport uit van een start- waarde, die vervolgens in 5 jaar wordt geactiveerd. Dat wil zeggen de berekende bijdrage wordt over 5 jaar verdeeld onder een aanname van een rentepercentage van 3,6 en een annuïteiten berekening. Evenzo worden de bijdragen voor achterstallig onderhoud in 5 jaar gegeven. Daartegenover staat het besluit dat de gemeente per 1 januari 2014 wordt heringedeeld. Aan de ze besluitvorming tot herindeling wordt in het rapport enigszins toegekomen door te melden dat de verrekening reeds in het jaar voorafgaand aan de herindeling, dus in 2013, plaats vindt. Vooral met het oog op de herindeling zou het ook voor de duidelijkheid naar de beoogde herinde lingspartners realistischer zijn om het achterstallig onderhoud nog voor de herindeling te kunnen wegwerken. Het lijkt ons gewenst de termijn te bekorten, eventueel in een volgend rapport. 3. Geen aanvulling van algemene reserve boven nulpunt In het rapport wordt uitgegaan van de stand van de algemene reserve volgens de jaarstukken 2009 en de netto storting die naar aanleiding van het positieve rekeningsresultaat 2009 is ge daan. Vervolgens wordt de bijdrage over 5 jaar op annuïteitenbasis verdeeld. Daarbij wordt aan getekend dat elk jaar de aanvulling herberekend wordt op basis van de uitslag van de jaarstuk ken. Het is jammer dat hiermee onduidelijkheid ontstaat voor ons en de gemeenten, die betrokken zijn bij de herindeling, zie hierboven onder punt 2. Bij deze berekening wordt slechts de stand van de algemene reserve meegenomen en niet het feit dat de gemeente over weerstandsvermogen dient te beschikken. In het rapport wordt een mini maal noodzakelijk vermogen van 347.000 (pag. 32) aangehaald. Wij zouden het zeer op prijs stellen wanneer deze omissie wordt recht getrokken. 4 De verrekening van de bedragen voor regulier beheer met de vroegere stelpost van 1 miljoen Naar aanleiding van het financieel herstelplan 2009 is met ingang van 2009 het totale budget voor regulier onderhoud van onze kapitaalgoederen structureel verhoogd met 1 miljoen tot een totaalbedrag van 4,2 miljoen. Dit is zo gedaan naar aanleiding van de eerste resultaten van de beheerplannen en het verzoek van de provincie Fryslân als toezichthouder tot het kwantificeren van alle risico's. Zowel in 2009 als in 2010 is een bestedingsplan vastgesteld en uitgevoerd. Inmiddels is met het saneringsplan 2010-2014 een korting op het regulier beheer van 2,2 mil joen toegepast. Dit bedrag is toegerekend naar de diverse elementen van beheer en het bijhouden van de beheerplannen. In het rapport wordt ervan uitgegaan dat de 1 miljoen als stelpost in de begroting is blijven staan. Daarmee wordt volledig voorbij gegaan aan de korting/taakstelling op regulier beheer uit het saneringsplan. Voor de uitslag van het rapport over 2010 heeft dit weinig effect, maar voor Pagina 3 3 02 Artikel 12-rapport 2010 raadsvoorstel/fiwt/3

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2011 | | pagina 14