2.2 Provinciaal beleid
Het huidige beleid van de Provincie ten aanzien van windenergie is het streekplan Windstreek
2000. Vorig jaar hadden Gedeputeerde Staten een nieuwe startnotitie vastgesteld (windstreek
2011) maar Provinciale Staten gingen hier niet mee akkoord. Vandaar dat op dit moment het be
leid uit 2000 nog steeds vigerend is. Er is nog geen zicht op of en wanneer nieuw beleid door
Provinciale Staten zal worden vastgesteld.
Windstreek 2000 heeft als doel om in 2010 in Friesland 200MW aan windvermogen opgesteld te
hebben. Belangrijkste insteek is dat windturbines niet meer solitair geplaatst mogen worden. Dus
niet meer elke boerderij zijn eigen windturbine zoals in het beleid uit 1995, maar de turbines die
nen in clusters en lijnsopstellingen te worden gerealiseerd. Solitaire molens dienen bij voorkeur
gesaneerd te worden of opgeschaald in een cluster/lijnopstelling.
Overigens is de doelstelling uit "Windstreek 2000", om in 2010 200MW aan windvermogen te
hebben, (nog) niet gehaald. Begin 2009 stond er in Friesland 154MW vermogen opgesteld. Ten
aanzien van de locaties waar windturbines geplaatst kunnen worden zijn in Windstreek 2000 een
aantal criteria gegeven. Hieronder volgt de opsomming daarvan:
1In Windstreek 2000 wordt met name ingezet op sanering van individuele turbines waarbij
deze dienen te worden ondergebracht in opschalingsclusters of lijnopstellingen. Hiervan is
er één per gemeente toegestaan Minimaal de helft van het aantal turbines van het cluster
dienen elders gesaneerd te worden; dus bij een cluster van 10 turbines dienen er min. 5
turbines gesaneerd te worden;
2. Er is een aantal locaties uitgesloten van windenergie; het gaat hier om gebieden met een
speciale natuurwaarde, zoals b.v. de Waddenzee en het IJsselmeer, maar ook een aantal
gebieden die zelf geen natuurlijke waarden herbergen, maar wel binnen de invloedssfeer
vallen (500 meter) van een gebied met natuurlijke waarden waarvoor een provinciale be-
heersstrategie geldt, in stiltegebieden of binnen de invloedssfeer van een stiltegebied val
len (1000 meter);
3. Naast de expliciet uitgesloten gebieden zijn er nog een reeks gebieden in principe uitgeslo
ten, maar hiervan kan deugdelijk gemotiveerd worden afgeweken indien dit noodzakelijk
is;
4. Op de windkaart zijn ook de zoekgebieden aangegeven; hierbinnen bestaat vanuit de pro
vincie geen bezwaar om clusters/lijnopstellingen te realiseren. Deze gebieden zijn bij voor
keur gebieden die liggen op of aansluiten bij een bedrijfsterrein, waarbij de eis geldt dat de
bedrijfsactiviteiten niet beperkt mogen worden (geluidsruimte e.d.). Als dit niet realiseer
baar is, dan dient aangesloten te worden bij "Structuur bepalende elementen". Dit zijn
snelwegen zoals de A32, A31, maar ook de spoorlijn Leeuwarden-Zwolle en het PM-
kanaal.
5. De opschalingsclusters mogen bestaan uit 2-10 turbines.
6. Procedureel gezien dient er voor het hele opschalingsplan één bestemmingsplan te worden
opgesteld en dient de solitaire windmolen die wordt gesaneerd, te worden 'wegbestemd'.
7. Voorts mag de maximale masthoogte van een turbine langs een bedrijfsterrein of struc-
tuurbepalend element maximaal 60 meter zijn. Slechts in bijzondere gevallen kan een ho
gere masthoogte aanvaardbaar zijn, mits dit gemotiveerd wordt op basis van gebruiks- en
belevingsfuncties.
Dit houdt voor de gemeente Boarnsterhim in dat op basis van het provinciaal beleid bepaalde ge
bieden afvallen voor het oprichten van windturbines. Het gaat dan om de EHS (Ecologische
Hoofdstructuur)-natuurgebieden en tevens de natuurgebieden buiten de EHS. Natuurgebieden die
in onze gemeente liggen zijn de Alde Feanen, Sneekermeer, De Deelen, Botmar, gebieden langs
Pagina 5
3 03 Bylage Notitie windenergie - 3 aangepast na reacties 6-4-'111/bptb/5