het Pikmeer en de invloedsgebieden daarvan. Maar ook de stiltegebieden (binnen de gemeente
Boarnsterhim zijn dat de Alde Feanen en De Deelen), en de invloedsgebieden zijn uitgesloten. De
ze gebieden bevinden zich vooral in het oosten en zuiden van de gemeente.
Zoekgebieden voor het oprichten van windturbines bevinden zich op basis van deze criteria in
Boarnsterhim langs de infrastructurele werken zoals het spoor Leeuwarden-Zwolle en de A32.
Deze liggen in het westelijke deel van de gemeente.
Voorts geeft de provincie nog enkele criteria voor het oprichten van solitaire windturbines. Deze
kunnen slechts in beperkte gevallen worden geplaatst. Het gaat dan uitsluitend om locaties op of
aansluitend bij bedrijventerreinen. Hierbij geldt een maximale masthoogte van 60 meter voor tur
bines op of aansluitend aan bedrijventerreinen in de stedelijke of regionale centra en voor de ove
rige een maximale masthoogte van 45 meter. Van deze hoogte kan in voorkomende gevallen ge
motiveerd worden afgeweken. Om in aanmerking te komen voor plaatsing op een bedrijventerrein
dient dan wel een landschappelijk juiste inrichtingsschets ten grondslag te liggen.
Voorts is de provincie nog bezig met een herziening van het beleid. In 2009 hadden GS startnoti
tie ten behoeve van de kaderstelling voor het nieuwe provinciale windenergiebeleid vastgesteld
waarin werd ingezet op een optimalisering van het vermogen uit windenergie en aan een verbete
ring van de ruimtelijke kwaliteit.
Windturbines zouden in een aantal gebieden van Friesland geconcentreerd worden. Het betrof
hier De Greiden, het kwelderwallenlandschap en de Afsluitdijk. De overige gebieden in de provin
cie zouden dan gevrijwaard dienen te blijven van windturbines.
Binnen deze kansrijke gebieden zouden dan verschillende typen opstellingen gerealiseerd dienen
te worden die de verschillen in de diverse landschapstypen versterken i.p.v. allemaal dezelfde ty
pe opstellingen die leiden tot een nivellering van de landschappen. Een groot deel van de huidige
turbines diende dan gesaneerd te worden.
Uiteindelijk zou er dan plaats zijn voor zo'n 130 turbines in de provincie met een masthoogte tus
sen de 80 en 100m (hoger dan de huidige toegestane max. hoogte). In totaal zou daarbij dan cir
ca 350-440 MW energie worden opgewekt.
Provinciale Staten hebben echter uiteindelijk niet ingestemd met deze beleidslijn, zodat initiatie
ven nog steeds getoetst worden aan het beleid windstreek 2000.
Inmiddels hebben Provinciale Staten op 16 februari 2011 de Houtskoolschets Windenergie vast
gesteld. Belangrijkste uitgangspunten hierbij zijn nog steeds dat er meer vermogen wordt gereali
seerd met minder turbines en dat er een aantal gebieden worden aangewezen waar ruimte is voor
windclusters. Hierbij is de eis uit windstreek losgelaten dat er max. 1 cluster per gemeente gerea
liseerd mag worden. De motivatie waarom bepaalde gebieden geschikt zijn voor het oprichten
van een cluster zijn op basis van grondsoort en bijbehorend landschapstype tot stand gekomen.
Op basis hiervan is de conclusie dat de grootschalige klei-gebieden het meest geschikt zijn voor
het oprichten van windclusters.
Ook zou er ruimte zijn voor turbines bij het Klaverblad van Heerenveen. De masthoogte van de
turbines in deze zou dan maximaal 100m mogen zijn.
Binnen onze gemeente ligt alleen het meest westelijke deel in het nieuwe zoekgebed van de pro
vincie.
Overigens zal de Houtskoolschets nog worden omgevormd tot een Structuurvisie. Op dit moment
is Windstreek 2000 nog steeds het formele toetsingskader van de provincie. Ook voorziet het
nieuwe beleid in een regeling voor pijplijnprojecten. Bij het vaststellen van de kaders van het be
leid van Boarnsterhim wordt daarom uitgaan van de voorwaarde van het huidige Windstreek
2000. De provincie zet hier ambtelijk gezien tevens op in.
Pagina 6
3 03 Bylage Notitie windenergie 3 aangepast na reacties 6-4-'111/bptb/6