5. Vervolgtraject
Nadat het college in eerste instantie instemt met het beleid, zal het college inspraak op de be
leidsnotitie verlenen. De gemeentelijke inspraakverordening bepaalt dat elk bestuursorgaan ten
aanzien van zijn eigen bevoegdheden besluit of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van
gemeentelijke beleid. Hierbij konden burgers uit de gemeente hun mening ten aanzien van het be
leidsstuk geven. De notitie heeft van 1 december 2010 t/m 11 januari 2011 ter inzage gelegen.
In deze periode zijn zes inspraakreacties binnengekomen. Deze zijn beantwoord in de Reactie- en
Antwoordnota die als bijlage separaat is bijgevoegd.
Voor de raad is een aparte brainstormavond gehouden worden op 21 september 2010. Er is een
presentatie gehouden over het beleid en er kon worden aangegeven of men ideeën en suggesties
ten aanzien van de beleidsnotitie had. Op deze avond is naar voren gekomen dat men het stuk
opiniërend in de Raad wilde bespreken. Dat heeft op 16 november 2010 plaatsgevonden. De
raad heeft bij deze bespreking aangegeven wel door te willen gaan met de beleidsnotitie en kon
de notitie vervolgens ter inzage worden gelegd voor inspraak.
Nu ligt de beleidsnotitie ter vaststelling voor.
In de tussentijd is tevens diverse malen contact geweest met de provincie. De opmerkingen die
zij per brief van augustus 2010 hadden verzonden, zijn alle verwerkt in het beleid. Met de voor
liggende locatie van de Opportunity zone, het gebied dat in aanmerking komt voor plaatsing van
turbines, had men geen bezwaar. Het gebied valt binnen de kaders van Windstreek 2000 en
ruimtelijke gezien vond men het een logische keuze. Men heeft aangegeven positief te staan te
gen het nu voorliggende beleid.
Er is hierbij tevens aangegeven dat de beleidsnotitie onder Windstreek 2000 kan vallen. Het
eventueel hieruit voortvloeiende project kan dan als pijplijn-project onder het in voorbereiding
zijnde beleid van Windstreek 2011 worden gebracht. Hiervan is recentelijk de Houtskoolschets
vastgesteld. De Houtskoolschets zal echter nog tot Structuurvisie uitgewerkt worden, zodat het
nu nog geen formeel toetsingskader is. Gelet de tijd die het omzetten naar de Structuurvisie
neemt (waarschijnlijk nog minstens een jaar), is het niet wenselijk het gemeentelijk beleid hier op
te laten wachten, noch inhoudelijk, noch naar initiatiefnemers toe. Ook de provincie adviseerde
deze insteek.
Na de eventuele vaststelling door de Raad, kan het beleid gebruikt worden voor de toetsing van
de ingediende principeverzoeken. Deze toetsing zal door het college plaatsvinden. Wanneer er
een initiatief is dat aan alle gestelde voorwaarden voldoet, kan het college besluiten om in princi
pe medewerking te verlenen. Vervolgens zal een bestemmingsplanprocedure doorlopen dienen te
worden om het windproject daadwerkelijk planologisch mogelijk te maken. Binnen de huidige be
stemmingsplannen is er geen enkele locatie waar bij recht nieuwe windturbines opgericht mogen
worden. Het opstellen van een bestemmingsplan inclusief bijbehorende onderzoeken komt voor
rekening en risico van de initiatiefnemer. Na vaststelling van het bestemmingsplan kan vervol
gens de omgevingsvergunning voor het bouwen en ten aanzien van milieu worden verleend,
waarna de turbines daadwerkelijk gerealiseerd kunnen worden.
Pagina 19
3 03 Bylage Notitie windenergie - 3 aangepast na reacties 6-4-' 111/bptb/19