De verschillen tussen KNVB en Grontmij worden veroorzaakt doordat in de Grontmijsystematiek meer rekening
wordt gehouden met de "cultuurtechnische belastbaarheid" van de velden, ofwel, kan de grasmat het wel of
niet aan. Overigens wordt dit aspect in de door de KNVB gehanteerde methode wel meegenomen, maar in een
versleutelde en samengestelde norm. Indien er sprake is van kunstgras (Grou) dan kan dit aspect buiten be
schouwing worden gelaten9. Op een grasveld is de maximale bespelinggraad 250 uur per jaar en voor een
kunstgrasveld is dat circa 1500 uur per jaar.
De KNVB heeft aangegeven dat er in de huidige situatie weinig tot geen restcapaciteit is om evenwichtigheden
in de wedstrijdplanning en een toename van teams op te vangen. Dit is ook door Grontmij geconcludeerd.
Naast de voetbalvereniging als hoofdgebruiker wordt op meerdere velden ook gebruik gemaakt door andere
sporten, derden en/of onderwijs. Dit heeft uiteraard een nog hogere belasting als gevolg. Het afstoten van ex
tra voetbalvelden zou een te zware belasting van de hoofdvelden als gevolg hebben. Dit nog afgezien van de
extra investeringen die gedaan zouden moeten worden om de hoofdvelden helemaal in orde te brengen om
extra belasting aan te kunnen.
3.3.2 Bezetting overige velden
De bruto afmetingen van een wedstrijdkorfbalveld zijn 64 x 34 m. Dit zijn de officiële maten voor een senio-
renwedstrijdveld. Als op natuurgras wordt gespeeld is er vaak een groter veld beschikbaar en ook wel wense
lijk. Dat heeft te maken met het verdelen van de belasting over het terrein. Een groter veld is gewenst om
spreiding onder de korven mogelijk te maken omdat daar de belasting het grootst is. NOC*NSF heeft plan
ningsnormen voor korfbalvelden. De planningsnorm voor korfbal op natuurgras bedraagt 6 normteams per
weekeinde per speelveld met een bruto-maat van 64 x 49 meter. Voor korfbal is het gebruikelijk aan de hand
van de speelschema's te bezien of het wedstrijdprogramma kan worden behaald. Er dient rekening te worden
gehouden met voldoende trainingsruimte. De belasting van een korfbalveld is verreweg het grootste onder de
korf. Omdat op grasvelden de belijning steeds opnieuw wordt uitgezet met behulp van linten kan spreiding van
de belasting bij een vergroot veld op een eenvoudige wijze worden gerealiseerd. Alle korfbalverenigingen ge
ven aan dat er op bepaalde momenten nog wel ruimte in de bezetting zit10.
Voor atletiek, dorpsvelden en kaatsen zijn geen specifieke richtlijnen beschikbaar. Voor de atletiekbaan te Grou
is gezien de grootte van de atletiekvereniging de capaciteit van de baan ruim voldoende. Het veld wordt 104
uren per jaar gebruikt. Dat is gemiddeld 2 uur per week.
Kaatsen is een zomersport en de behoefte aan velden is afhankelijk van de wedstrijdprogramma's. Vaak wordt
ook gebruik gemaakt van voetbalvelden. Knelpunt is dat door het zomergebruik de voor grasvelden noodzake
lijk rustperiode in het gedrang komt. Dit kan weer ten koste gaan van de kwaliteit van voetbalvelden.
3.3.3 Bezetting gymzalen
De gymzalen worden overdag gebruikt door de basisscholen en in de avonduren door de verenigingen. Op ba
sis van de Verordening Huisvesting Onderwijs dient er afhankelijk van het aantal uren onderwijs binnen een re
delijke afstand van een school een gymzaal aanwezig te zijn. Wat als redelijke afstand wordt gezien is afhanke
lijk van het aantal klokuren gymnastiek dat een school geeft. Bij een noodzakelijk gebruik van minimaal 20
klokuren is de afstand maximaal 1 kilometer (hemelsbreed), bij 15 klokuren 3,5 kilometer en bij 5 klokuren 7,5
kilometer. De maximale schoolbezetting van een gymlokaal is 26 klokuren per week. Gemiddeld zijn de gymlo
kalen ongeveer voor de helft bezet voor schoolgebruik. Naast het schoolgebruik hebben de gymlokalen een be
langrijke functie als sportaccommodatie in de dorpen. De bezetting in de avonduren is redelijk, er is echter nog
wel ruimte.
9 Zie bijlage 6 voor een toelichting op de berekening van de bezetting van de voetbalvelden.
10 Zie bijlage 7 voor een bezetting van de korfbalvelden.
3 04 Bylage Sportaccommodatiebeleid 2011 - 2013 (definitieve nota na SAR-advies)/bpde/
9