in stonden bij de totstandkoming van het vorige huidige Accommodatiebeleid en dus géén areaalverkleining. Je zou kunnen discussiëren over wat nu wel niet als "basissporten" aangemerkt dient te worden en waarom wel niet. Voorts, wat wordt bedoeld met "voldoende" en wie bepaald dit op welke gronden? De Nota is hierover niet duidelijk uitgesproken. Zeker niet in het licht van het door de Sport gestelde m.b.t. de Beheernota 2009. De Sport acht zo'n discussie niet zinvol van toegevoegde waarde. Wel mag het duidelijk zijn dat ook de Sport van mening is dat wel voldaan dient te worden aan de "veiligheidseisen". Echter, wanneer er wel niet sprake is van het "voldoen aan de veiligheidseisen" werd in de Nota en aanvullende informatie eveneens niet duidelijk uitgesproken. Er moet sprake zijn van een "redelijk onderhoudsniveau" (beleidskader), zo werd gesteld. Echter, ook hierin is de Nota niet duidelijk uitgesproken. Ook hier geldt - zeker niet in het licht van het door de Sport gestelde m.b.t. de Beheernota 2009. Wanneer is er wel niet sprake van en "redelijk onderhoudsniveau" en welke zijn hiervoor dan de kaders uitgangspunten? We weten wat we gewend waren, we weten dat dit onvoldoende was, we weten welke het onderhoudniveau in 2010 is geweest, we weten dat 2011 gelijk werd gebudgetteerd aan 2010, we weten dat het oorspronkelijke budget 147.000,00 was, we weten dat de kosten in 2010 ca. 190.000,00 bedroegen, we weten dat voor 2011 182.000,00 werd gebudgetteerd, we weten dat er sprake is van achterstalligheid en dat dit bij de behandeling van deze Nota buiten beschouwing gelaten dient te worden, we kennen de financiële kaders. Dus, de tering naar de nering zetten, een bestek opstellen en het beschikbare budget ad. 241.000,00 (basis 2010) volledig benutten voor (gedifferentieerd) onderhoud van alle huidige sportvoorzieningen. Voorts stelt de Nota - er moet sprake zijn van een "goede balans" tussen "kwaliteit" en "kwantiteit"en financiële haalbaarheid (beleidskader). Ook hier is de Sport van mening dat dit "kreten" zijn welke in de Nota onvoldoende duidelijk uitgesproken worden. Opnieuw - zeker niet in het licht van het door de Sport gestelde m.b.t. de Beheernota 2009. Ook hier geldt dat hiervoor dan duidelijke kaders uitgangspunten benoemd zullen moeten worden. Vervolgens komt ook hier om de hoek hetgeen werd gesteld inzake een "redelijk onderhoudsniveau". Dat de maatschappelijke betekenis van Sport in de nota zoveel mogelijk recht moet worden gedaan (beleidskader) klinkt mooi, maar moet dan ook duidelijk naar voren komen. De Sport is van mening dat dit onvoldoende het geval is. Maar ook hier geldt andermaal - een ieder kan hiervoor zijn eigen interpretatie hanteren. De Sport meent dat er dan zeker geen sprake kan zijn van areaalverkleining, er dan zeker vastgehouden moet worden aan de solidariteitsgedachte, er dan zeker sprake moet zijn van gedifferentieerd onderhoud, er dan zeker gekoerst moet worden op het optimaal benutten van het beschikbare budget. Pas dan is er voor wat de Sport betreft voldaan aan zowel de sociale- als maatschappelijke betekenis van de Sport. Welke de taakstellende financiële kaders (beleidskader) zijn, dat is ondertussen meer dan bekend. Zie hiervoor hetgeen al eerder werd genoemd. De Sport realiseert zich dat het beschikbare budget hier€ 241.000,00 (basis 2010) bedraagt. Hier zullen we het mee moeten doen. De Sport zet in op goed overleg met de gemeente ter voorbereiding op een bestek, om vervolgens te koersen op maximale benutting van maatgericht gedifferentieerd onderhoud. Tarieven niet meer verhogen dan trendmatig (beleidsvoornemen) klinkt op zich positief. Echter, zoals al genoemd bij "verhoging van de tarieven" - vanwege de o.i. "appels en peren vergelijking" valt hierover nog wel een discussie op te starten. Andermaal meent de Sport dit toch achterwege te moeten laten. Ook dit voegt m.b.t. de behandeling van deze Nota uiteindelijk niets toe. In vorenstaande tekst heeft de Sport haar standpunt hieromtrent voldoende duidelijk gemaakt.

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2011 | | pagina 135