g. gebied met een archeologische verwachtingswaarde: zone die op de gemeentelijke FAMKE staat aangegeven als "karterend onderzoek" en "quickscan", waar op basis van historische bron nen, archeologisch onderzoek en de geologische en bodemkundige opbouw een hoge dichtheid aan archeologische sporen of vondsten wordt verwacht; h. lage archeologische verwachting: kleine kans op archeologische vondsten of informatie; i. Plan van Aanpak: plan dat weergeeft hoe een archeologische uitvoerder de vragen zoals om schreven in het programma van eisen denkt te gaan beantwoorden; Programma van Eisen: programma dat door het college wordt vastgesteld en waarmee kaders worden gesteld voor het ontwerp en de uitvoering van archeologisch onderzoek; bevoegd gezag: bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet algemene bepalingen om- gevingsrecht; het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Boarnsterhim; vergunning: een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, of 2.2 van de Wet al gemene bepalingen omgevingsrecht; Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; verstoren: het beroeren, aantasten of vernielen van de bodem, waarbij afbreuk wordt gedaan aan archeologische waarden. Hoofdstuk 2. Aanwijzing gemeentelijke monumenten Artikel 2. Het gebruik van het monument Bij de toepassing van deze verordening wordt rekening gehouden met het gebruik van het mo nument. Artikel 3. De aanwijzing tot gemeentelijk monument 1Het college kan, al dan niet op aanvraag van een belanghebbende, een monument aanwijzen als gemeentelijk monument. 2. Voordat het college over de aanwijzing een besluit neemt, vraagt het college advies aan de monumentencommissie. 3. Voordat het college een monument met een religieuze bestemming dat uitsluitend of in overwegend deel wordt gebruikt voor de uitoefening van de eredienst, als gemeentelijk monu ment aanwijst, voert hij overleg met de eigenaar. 4. De aanwijzing kan geen monument betreffen dat is aangewezen op grond van artikel 3 van de Monumentenwet 1 988 of dat is aangewezen op grond van de monumentenverordening vai de provincie Fryslân. Artikel 4. Voorbescherming Met ingang van de datum waarop de eigenaar van een monument de kennisgeving van het voor nemen tot aanwijzing als gemeentelijk monument ontvangt tot het moment dat de aanwijzing en registratie als bedoeld in artikel 7 plaatsvindt, dan wel vaststaat dat het monument niet wordt geregistreerd, zijn de artikelen 10 tot en met 14 van overeenkomstige toepassing. Artikel 5. Termijnen advies en aanwijzingsbesluit 1De monumentencommissie adviseert schriftelijk binnen 8 weken na ontvangst van het ver zoek van het college. 2. Het college beslist binnen 12 weken na ontvangst van het advies van de monumentencom missie, maar in ieder geval binnen 20 weken na de adviesaanvraag. Artikel 6. Mededeling aanwijzingsbesluit De aanwijzing als bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt medegedeeld aan degenen die als zakelijk gerechtigden in de kadastrale legger bekend staan. Pagina 2 erfgoedverordening 20l1/bsgh/2

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2011 | | pagina 151