2. Randvoorwaarden en beleidskaders Dit hoofdstuk beschrijft de randvoorwaarden en daarmee de reikwijdte van deze beleidsnotitie. Allereerst komt het collegeprogramma aan de orde. Vervolgens komen diverse afspraken/convenanten en beleidsnota's aan de orde op grond waarvan wij verplicht zijn dan wel een inspanningsverplichting hebben om duurzaamheid een plek te geven in onze organisatie. Dit hoofdstuk gaat niet in op de zogenaamde VN Millennium ontwikkelingsdoelen (2000). Op 23 juni 2009 heeft de raad in het kader van de Millennium Gemeente campagne van de VNG besloten om geen millenniumgemeente te worden. Enerzijds omdat geen sprake is van een wettelijke taak. Anderzijds omdat de financiële positie van de gemeente dit niet toelaat en ambtelijke capaciteit ontbreekt. 2.1 Collegeprogramma "Op weg naar een nieuw perspectief" In het collegeprogramma "Op weg naar een nieuw perspectief" (6 april 2010) staan diverse speerpunten toegelicht. Een van deze speerpunten c.q. beleidsvoornemens heeft betrekking op het onderwerp duurzaamheid. Het college heeft als voornemen om bij nieuwe projecten, de inkoop en aanbesteding van werken, waar mogelijk, invulling te geven aan aspecten van duurzaamheid. Onderstaande passage is in het collegeprogramma "Op weg naar een nieuw perspectief" opgenomen: 8. Duurzaamheid Aan de uitwerking van het begrip duurzaamheid willen wij op praktische wijze invulling geven. Daarbij kunnen verschillende invalshoeken worden gekozen. Wij denken daarbij bij voorbeeld aan duurzaamheid in het kader van de aanbesteding van werken, bij de inkoop van materialen, bij de vervanging van bestaande lichtmasten, bij onze onderhoudswerkzaamheden. Ook in het licht van de uitvoering van de recent vastgestelde structuurvisie is duurzaamheid een thema, evenals bij de voorbereiding van bestemmingsplannen, waarbinnen nieuwe (woningbouw)initiatieven mogelijk zijn. Bij veel van ons handelen zal het begrip duurzaamheid aandacht krijgen. Wel tekenen wij daarbij uitdrukkelijk aan dat financiële kaders en organisatorische capaciteit voor het uitwerken en uitvoeren van beleid op dit gebied beperkt zijn. Duidelijk is dat wij de voorkeur geven aan een vooral praktische invulling van het begrip duurzaamheid boven een alomvattende integrale beleidsnota. Gezien de randvoorwaarden vanuit het collegeprogramma en het ontbreken van budget zal deze notitie vooral ingaan op de kansen die we hebben om duurzaamheid een plek te geven binnen onze organisatie en ons werkveld, zonder daarbij extra uitgaven te doen. Kortom, we richten ons op datgene waar we zelf invloed op hebben en wat nog haalbaar is tot 1 januari 2014, de periode waarbinnen de gemeente Boarnsterhim nog functioneert als een zelfstandige gemeente. 2.2 Wat is duurzaamheid Gezien de definitie van duurzaamheid die we hanteren (ontleend aan de commissie Brundtland) heeft duurzaamheid/duurzame ontwikkeling betrekking op het gehele gemeentelijke beleid: van economisch beleid, ruimtelijke beleid tot personeelsbeleid, interne bedrijfsvoering, inkoop en aanbesteding. Met deze notitie Duurzaamheid wordt nadrukkelijk geen Nota milieubeleid bedoeld. In het kader van de nota Bedrijfsvoering (26 mei 2009) was het voorstel opgenomen om de 5 3 03 Bylage Notitie Duurzaamheid def -5-2011/Fout! Onbekende naam voor documenteigenschap./5

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2011 | | pagina 28