4. Het Rijk en de gemeenten burgers en bedrijven stimuleren om energiebesparingsmaatregelen te nemen door middel van voorbeelden, communicatie en educatie, het faciliteren van initiatieven, financiële prikkels en wet- en regelgeving. 5. Gemeenten organiseren voor hun burgers, te onderscheiden naar verschillende doelgroepen, jaarlijks minimaal één educatieve activiteit over klimaat en energie. 6. Een gezamenlijke lobby wordt gevoerd richting de Europese Unie voor het bestuursakkoord klimaat. 7. Nieuwe wet- en regelgeving wordt getoetst aan klimaatcriteria, zodat gemeenten op lokaal niveau klimaatneutraal beleid kunnen maken, uitvoeren en kunnen inspelen op klimaatverandering. 8. De gemeenten krijgen de ruimte en de tijd om zich te concentreren op het behalen van de klimaatambities, zoals neergelegd in dit akkoord en met betrekking tot een duurzame leefomgeving. Met het oog daarop realiseert het Rijk, waar mogelijk, bestuurlijke eenvoud en voorkomt en bestrijdt, waar mogelijk, bestuurlijke drukte. 9. Er wordt een platform duurzame overheden ingesteld voor de uitvoering van de afspraken uit dit akkoord en met betrekking tot het bevorderen van een duurzame leefomgeving. Dit platform is gericht op kennisontwikkeling, kennisvergaring en kennisverspreiding tussen lokale overheden en andere partners (één loket). Voorts wordt een helpdeskfunctie opgericht. Het Rijk (VROM begroting) stelt hiervoor een bedrag beschikbaar van 150.000,-.per jaar. 10. De bestuurlijke verhoudingen tussen het Rijk en de gemeenten zijn gebaseerd op wederzijds vertrouwen. Als het Rijk gezamenlijk optrekt met gemeenten, dan is zij, onverminderd wettelijke verplichtingen, terughoudend op het gebied van verantwoording en toezicht op gemeenten. Reductiepotentieel Artikel 2 1Gemeenten spelen een belangrijke directe, maar veelal ook indirecte rol bij het realiseren van de klimaatdoelstellingen uit het werkprogramma Nieuwe energie voor het klimaat. 2. In lijn met het werkprogramma Nieuwe energie voor het klimaat monitoren partijen in 2010 wat de tussentijdse resultaten zijn van dit bestuursakkoord. 3. Bij de monitoring in 2010, maar ook gedurende de gehele looptijd van dit akkoord, staat centraal welke leerervaringen er zijn en hoe partijen zich committeren aan de verschillende initiatieven en afspraken. Het perspectief is een lange termijn inzet tot 2020, waarbij het accent ligt op concreet handelen in de periode 2007-2011Op basis van de monitoring in 2010 kan worden besloten tot een tweede reeks van initiatieven. 4. Een voorbeeld van emissie reductie mogelijkheden zijn de gemeentelijke gebouwen en voorzieningen. Uit onderzoek blijkt dat hierbij voor circa 1,0 Mton aan reductiepotentieel aanwezig is. 5. Trendbreuken zijn mogelijk met een evenwichtige mix van maatregelen, samenwerking en beleidsinstrumenten. Maatregelen die nu op de plank liggen worden "Meters maken" genoemd. "Meters voorbereiden" houdt in het versneld werken aan opties die over enkele jaren voluit kunnen worden ingezet. "Verdergaande innovaties" gebeuren door het uitvoeren van een innovatieagenda voor de middellange- en lange termijn.

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2011 | | pagina 57