van de energieprestatie-eis en de mogelijke gezondheidsrisico's. Dit zal gebeuren in samenhang met reeds uitgevoerde en reeds geplande onderzoeken;. 3. het Rijk budget beschikbaar stelt voor het in lid 2 genoemde innovatieprogramma voor energiebesparing in de gebouwde omgeving. Dit budget komt uit het totale budget, genoemd in artikel 1, derde lid; 4. het Rijk onderzoekt op welke wijze het nuttig gebruik van restwarmte en duurzame warmte gestimuleerd kan worden. De resultaten van dit onderzoek zullen worden meegenomen in het innovatieprogramma genoemd in lid 2 van dit artikel; 5. de gemeenten actief meewerken aan de uitvoering van het programma Meer met Minder door in samenspraak met de partijen van Meer met Minder: ondersteuning te geven aan de lokale uitvoering van het plan Meer met Minder bijvoorbeeld door een coördinerende rol van gemeenten bij een wijkgerichte aanpak;6 afspraken te maken met projectontwikkelaars en woningcorporaties over te realiseren ambities voor energiebesparing en toepassing van duurzame energie; het organiseren van doelgroepgerichte communicatie en voorlichtingscampagnes en andere lokale stimulansen te organiseren ten einde particuliere eigenaren en bedrijven energiebesparende maatregelen aan hun panden te laten treffen; 6. het Rijk voor de uitvoering van de plannen binnen de gebouwde omgeving voor de periode 2007-2011 een bedrag van 121 miljoen7 beschikbaar stelt; 7. de gemeenten in prestatiecontracten met woningcorporaties energieprestatie-eisen opnemen voor de bestaande woningvoorraad. Dit onder voorbehoud van nadere afspraken die het Rijk maakt met Aedes over condities, instrumenten en maatregelen die voor corporaties nodig zijn om de energieprestatie van de woningen van de corporaties te verbeteren. De VNG, Aedes en PEGO zullen voor zover nodig nadere invulling geven aan de reeds eerder gedane suggesties door PEGO;. 8. investeringsinspanningen van woningcorporaties in energie-efficiency van de bestaande voorraad woningen kunnen een positieve bijdrage kunnen leveren aan een beheerste woonlastenontwikkeling; 9. de gemeenten in prestatiecontracten met woningcorporaties energieprestatie-eisen opnemen voor nieuwbouw, en 10. het Rijk het woningwaarderingstelsel zodanig aanpast dat investeringen van verhuurders in energiebesparende maatregelen in de huurprijs meetellen op basis van het energielabel. Paragraaf 7. Duurzame bedrijven Algemeen Artikel 12 Partijen bevorderen dat: 1het rijk en de gemeenten de markt voor duurzame producten en productie versterken. Via duurzaam inkopen geven het Rijk en de gemeenten het goede voorbeeld. Verder geven het Rijk en de gemeenten door het stimuleren van het toepassen van innovatie en duurzame mobiliteit ruimte voor de ontwikkeling van duurzame bedrijven. 2. bedrijven bewust omgaan met energie. In de meerjarenafspraken (MJA) convenant energie efficiency zijn met het bedrijfsleven afspraken gemaakt over het nemen van energiebesparingsmaatregelen. De gemeenten handhaven als bevoegd gezag op basis van de Wet Milieubeheer vooral bij de niet deelnemers aan het MJA-convenant de naleving van 6 Besluitvorming waar de coördinerende rol van Meer met Minder wordt neergelegd moet nog plaatsvinden. Werkprogramma Nieuwe energie voor het klimaat blz. 26.

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2011 | | pagina 64