Artikel 17 Partijen bevorderen dat: 1het Rijk en de gemeenten de komende vier jaar gezamenlijk de maatregelen voor adaptatie in kaart brengen en uitwerken die aansluiten bij de ruimtelijke en stedenbouwkundige ontwikkelingen, waterbeheer en gezondheidszorg binnen gemeenten; 2. het Rijk en de gemeenten, in ARK-verband, in beeld brengen op welke punten de inventarisatie van gemeentelijke adaptatie opties die de VNG medio 2007 heeft laten uitvoeren, aangevuld moeten worden. In het kader van het additioneel onderzoek kunnen gemeenten en waterschappen in pilots realistische en praktisch uitvoerbare scenario's uitwerken, waarmee de andere gemeenten invulling kunnen geven aan de (lange termijn) overheidsdoelstellingen. Deze pilots kunnen ook inzichtelijk maken: o welke maatregelen gemeenten kunnen nemen; o op welke wijze deze maatregelen geïmplementeerd kunnen worden; o wat de kosten van de verschillende maatregelen zijn; o welke financieringsconstructies voor de maatregelen mogelijk zijn. o als additioneel onderzoek nodig is, dan worden financiering en begeleiding gezamenlijk opgezet. Hiervoor stelt het Rijk maximaal 1 miljoen beschikbaar; 3. bij de uitvoering van de pilots zoveel mogelijk aangesloten wordt bij het onderzoeksprogramma "Kennis voor Klimaat" en de regionale adaptatiestrategieën die daarin voor acht concrete gebieden worden ontwikkeld. In het programma wordt expliciet aandacht besteed aan het beschikbaar (en waar mogelijk generaliseerbaar) maken van de ontwikkelde kennis voor andere gemeenten. Het Rijk heeft voor "Kennis voor Klimaat" 50 miljoen subsidie beschikbaar gesteld. Paragraaf 10. Slotbepalingen Reikwijdte bestuursakkoord Artikel 18 Dit bestuursakkoord laat de uit de wet- en regelgeving voortvloeiende rechten en verplichtingen onverlet. Afdwingbaarheid bestuursakkoord Artikel 19 Dit bestuursakkoord is niet in rechte afdwingbaar. Wijziging bestuursakkoord Artikel 20 1Indien één der partijen wijziging van dit bestuursakkoord wenst, doet die partij daartoe schriftelijk een voorstel aan de andere partij en nodigt de andere partij uit voor overleg over dat voorstel. 2. Het in het eerste lid bedoelde overleg vindt plaats uiterlijk vier weken na verzending van het voorstel, bedoeld in dat lid. 3. Indien het in het eerste lid bedoelde overleg niet leidt tot overeenstemming over het gedane voorstel, is het voorstel verworpen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2011 | | pagina 67