3. Biotransportbrandstoffen en duurzame mobiliteit Biotransportbrandstoffen: c Faciliteren van cluster van biodieselproductie-installaties zoals te Emmen (Sunoil Biodiesel), Eemshaven (Biovalue), Heerenveen, Oosterwolde en Harlingen van in totaal tenminste 655 miljoen liter, o Faciliteren van cluster van ethanolproductie-installaties te Groningen (Grand Rapids/Cosun) en Wijster (Greennco) van in totaal 300 miljoen liter, o Andere initiatieven zoals BMCN te Delfzijl (biomethanol 500 miljoen liters, uitbreiding in de komende jaren tot maximaal 2 miljard liters, en projecten rondom productie van biogas uit reststoffen, injectie in het gasnet en rijden op biogas Duurzame mobiliteit: ambitie om in 2015 in Noord-Nederland 100.000 voertuigen op alternatieve brandstoffen of elektrische aandrijving te laten rijden, inclusief ontwikkeling van de bijbehorende tankinfrastructuur; een deel hiervan zal reeds in 2011 zijn gerealiseerd. 4 Schoonfossiele energie Voorbereidingen voor en eventuele realisatie van C02-opslag en het faciliteren van innovaties op dat terrein ondermeer bij: 50 MW ZEPP-centrale te Drachten en mogelijke vervolgprojecten gebruikmakend van het ZEPP-concept en de leerervaringen te benutten voor andere projecten. Faciliteren en geschikt maken van de 1200 MW NUON Magnum-centrale voor C02-opslag en realisatie van opslag vanaf 2013/14. Faciliteren en het geschikt maken van de 1600 MW RWE energiecentrale voor C02-opslag en realisatie van opslag vanaf 2013/14. Faciliteren van de andere initiatieven met betrekking tot C02-afvang. -transport en - (seizoens)opslag in Noord-Nederland, bijvoorbeeld in aquifers, gasvelden. zoutcavernes en zoals ondermeer in de Stromenstudie Zuid-Oost Drenthe wordt onderzocht. Mogelijkheden onderzoeken om C02 nuttig te hergebruiken in de industrie (bijv. Chemiepark Delfzijl) en de glastuinbouw. 5. Kennis en innovatie Naast de reeds gerealiseerde kennis- en innovatietrajecten kiest Noord-Nederland voor de volgende aanpak op de strategische energiethema's: Oprichting van kennis- en innovatiecentra die primair inspelen op regionale kansen en behoeften en die de potentie in zich dragen om uit te groeien tot centra van (inter)nationale betekenis. Samenwerking tussen bedrijfsleven en bestaande onderwijs- en kennisinstellingen staat hierbij voorop. Voorbeelden van initiatieven (die in voorbereiding) zijn: o GrASp - Gas research And Sustainability programme, een multidisciplinair programma dat zich op de volledige gasketen richt en de sterkten van Noord- Nederland op dit terrein bundelt; o INES - Innovatiecentrum voor duurzame Energiesystemen, een samenwerking tussen Gasunie, Hanzehogeschool en TNO waarbij de koppeling tussen gas- en elektriciteitsystemen als basis voor de inpassing van duurzame energie leidend thema is. Uitbreiding met andere partners (ECN, KEMA etc) is voorzien; o Katalysatorcentrum Duurzame Mobiliteit, dat zich op de toepassing (voertuigen, tankinfrastructuur etc) van biotransportbrandstoffen richt; c ETP - Energietransitieparken, toegepaste technologiecentra die nauw aansluiten bij energie- en industriële activiteiten en die zich op de inzet van biomassa en andere reststromen richten voor de productie van elektriciteit, transportbrandstoffen, warmte, gas en grondstoffen. Mogelijke locaties zijn Delfzijl/Eemshaven, Emmen, Harlingen en Agriport/A7; o Bioerefinery Development Centre door o.a. ECN, WUR, RUG, Avebe, VNP, Cosun e.a., gericht op technologieontwikkeling voor het beter benutten van nevenstromen; o FRYSEPS- Frysian Solar Energy Products Services, een onder het Cartesius Instituut opgericht samenwerkingsverband tussen o.a. TU Delft en Noord- Nederlandse bedrijven gericht op innovatieve (productie en-) toepassingen van foto- elektrische zonne-energie; o de door Carbohydrate Competence Centre ontwikkelde productinnovatie met koolhydraten als basis; Energieakkoord Noord-Nederland, 8 oktober 2007

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2011 | | pagina 79