Hoofdbeslispunten concept Sportaccommodatiebeleid (23 november 2010)
Belangrijk uitgangspunt in het concept Sportaccommodatiebeleid is dat er optimaal en doelmatig
gebruik wordt gemaakt van sportaccommodaties. Het aanbod en gebruik van basissportaccom
modaties wordt op elkaar afgestemd. Dit kan betekenen dat accommodaties met een te lage be
zettingsgraad worden gesloten of dat er een lager onderhoudsniveau wordt toegepast. Basis-
sportvoorzieningen in de gemeente Boarnsterhim moeten kwalitatief goed en veilig zijn. Rand
voorwaarde is het financiële kader volgens het saneringsplan.
Wanneer alle accommodaties op basisniveau worden onderhouden is er een tekort op het onder
houdsbudget. Hiervoor moet een oplossing gevonden worden. Deze is te vinden in verschillende
bezuinigingsmaatregelen die doorgevoerd kunnen worden:
tarieven sportvelden indexeren en het verhogen van de tarieven gymlokalen naar vergelijk
bare tarieven in de buurgemeenten;
toevoegen van budget sportsubsidies aan onderhoudsbudget (2011 tot en met 2013);
gedifferentieerd onderhoud (als groenvoorziening) dorpsvelden, sportveld Raerd, korfbal-
veld Sibrandabuorren, korfbalveld Warten en atletiekbaan Grou;
sluiten van extra voetbalvelden in Wergea, Aldeboarn, Irnsum en Grou
afstoten restveld Warten
Overige beleidsvoornemens in het concept sportaccommodatiebeleid die niet (direct) in geld uit te
drukken zijn: uniforme overeenkomsten met exploitanten van sporthallen en gebruikers van vel
den vaststellen, een inspanningsverplichting om financiële middelen via het Rijk te krijgen voor
achterstallig onderhoud aan sportvoorzieningen (sporthallen hoogste prioriteit) en het inzetten van
vrijwilligers voor onderhoudswerkzaamheden.
Tenslotte stellen wij in het concept voor dat de gemeente alleen verantwoordelijk is voor behoud
c.q. instandhouding van de basissportvoorzieningen. Basissportvoorzieningen zijn: gymnastieklo
kalen, sportzalen, sporthallen en de velden voor: voetbal, korfbal en kaatsen. De atletiek zou op
deze wijze niet meer een basissportvoorziening zijn. Verenigingen zijn verantwoordelijk voor kan
tines en kleed- en wasruimten. Dit laatste is het voortzetten van huidig beleid.
SAR-advies (13 februari 2011)
Onderhoud de komende jaren uitvoeren op basis van het onderhoudsniveau van 2010 met een in
tegraal behoud van het huidige voorzieningenniveau binnen het beschikbare budget. Gezien de
onderscheidenlijke staat van de sportvoorzieningen, speeldruk, bezettingsgraad e.a. is er wel aan
leiding om gedifferentieerd onderhoud te plegen.
Tarieven sportvelden indexeren, tarieven sporthallen indexeren (dit is overigens niet aan de ge
meente) en nader overleg over tarieven gymzalen.
Sport is bereid om, daar waar nodig/wenselijk, vrijwilligers in te zetten (in overleg met gemeen
te).
Met deze oplossing menen zij een werkbare en invulbare oplossing te hebben aangedragen in het
belang van zowel de Sport alsook het sociaal-maatschappelijk belang en daarmee de leefbaarheid
in de dorpen. Een aantal argumenten vanuit de SAR voor bovengenoemd advies is:
Onderhoud op basisniveau zal niet leiden tot verbetering van de sportvoorzieningen.
Afstoten van voetbalvelden kan niet aan de orde zijn op basis van herberekeningen van de
KNVB. Ook niet vanwege het borgen van continuïteit van de verenigingen, gebruik andere
sporten/derden/onderwijs, de investeringskosten voor de hoofdvoetbalvelden en ook niet
vanuit het oogpunt leefbaarheid in de dorpen.
Pagina 3
3 04 Raadsvoorstel Sportaccommodatiebeleid 2011-2013/bpde/3