2 Huidig beleid De gemeente is in brede zin verantwoordelijk voor de leefbaarheid in de gemeente. Dit kan de gemeente doen door bijvoorbeeld het in stand houden en verbeteren van sportaccommodaties en het stimuleren van sportpar- ticipatie. Gemeentelijk beleid op het gebied van accommodaties voor sport in Nederland is van oudsher voor waardenscheppend beleid. De lokale overheid stelt zich overwegend terughoudend op daar waar het particu lier initiatief leidt tot een voldoende aanbod. In de praktijk is er een grote diversiteit in het sportbeleid van gemeenten. Op één onderdeel binnen het sport beleid heeft de gemeente een wettelijke taak, dat is het ter beschikking stellen van ruimte voor de lessen be wegingsonderwijs. Voor Boarnsterhim houdt dit in dat er genoeg ruimte moet zijn in sportvoorzieningen voor het accommoderen van de basisscholen. 2.1 Accommodatiebeleid 2007 - 2009 Het huidige aanbod van en de betrokkenheid bij sportvoorzieningen in Boarnsterhim is historisch gegroeid. Het in 2007 opgestelde accommodatiebeleid richt zich vooral op tarieven. Er was een onderscheid in een commer cieel tarief en een maatschappelijk tarief. Voor gymzalen is een vast bedrag per uur vastgesteld en voor de sportvelden geldt een basistarief per accommodatie en een variabel deel welke afhankelijk is van het aantal spelende teams per vereniging. Uitgangspunt van dit accommodatiebeleid was dat er een directe relatie gelegd zou gaan worden tussen de kwaliteit van het product (sportveld, gymzaal, sporthal en -zaal), de daarbij beho rende huurprijs en een systeem van subsidieverlening zodanig dat de ontwikkeling van de nettolasten voor de sportvereniging te overzien blijft. Het accommodatiebeleid is destijds opgesteld met als doel de tarieven voor iedereen betaalbaar te houden en de huidige voorzieningen te behouden.1 2.2 Saneringsplan Met behulp van de beheerplannen 2009 is inzicht verkregen in de onderhoudstoestand van de gemeentelijke bezittingen en kan een inschatting gemaakt worden van de onderhoudsbehoefte. Het bezuinigen op de beno digde onderhoudskosten van de kapitaalgoederen heeft gevolgen voor de kwaliteit en het aanzien. Om de be zuinigingsdoelstelling te behalen is op technische gronden een voorstel gedaan in het Saneringsplan 2010- 2015. In de periode 2010 tot en met 2014 moet een bedrag van 4,8 miljoen worden gesaneerd om per 2015 een sluitende begroting te realiseren. Er is in de beheerplannen totaal 2,2 miljoen bezuinigd op het onder houdsbudget. Voor het realiseren van de structurele bezuiniging op het regulier benodigde budget is uitgegaan van een situatie waarbij het gehele areaal op kwaliteitsniveau "basis" is, vanuit de aanname dat er een situatie is zonder achterstallig onderhoud. In bijlage 2 staan de benodigde bedragen en de budgetten die in het sane ringsplan 2010-2015 zijn opgenomen voor regulier en achterstallig onderhoud. De budgetten voor onderhoud sportaccommodaties zijn te laag om alle sportvoorzieningen op een basisniveau in stand te houden. Voor de beschikbare bedragen zal het totale regulier- en achterstallig onderhoud uitge voerd moeten worden. De kans is klein dat er in het kader van de artikel 12-status van het Rijk een extra bijdra ge te verwachten is voor het achterstallig onderhoud van sportaccommodaties. Dit omdat sport, met uitzonde ring van bewegingsonderwijs, geen wettelijke taak is. Uiteraard zal de gemeente zich inzetten om gelden vrij te krijgen voor achterstallig onderhoud. De gemeente Boarnsterhim scoort niet bovengemiddeld met de sportuit- gaven in de clustervergelijking2. Hierbij is het van belang op te merken dat dit mogelijk van invloed kan zijn op de ontvangen rijksbijdrage voor achterstallig onderhoud. Bovendien worden de twee sporthallen gebruikt voor de wettelijke taak bewegingsonderwijs. Pagina 6 1 Zie bijlage 1 voor een uitwerking van de tariefstructuur. 2 Clustervergelijking houdt in dat de uitgaven volgens de gemeentelijke begroting met andere regio's met elkaar worden vergeleken. In de rapportage "Artikel 12-tussenrapport Boarnsterhim 2010" van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, opgesteld d.d. 6 april 2010, is een ver gelijking opgenomen van de nettolasten van Boarnsterhim met de (norm) inkomsten van het gemeentefonds. Daaruit blijkt dat er vooral minder wordt geraamd op de cluster kunst en ontspanning. 3 04 Bylage Sportaccommodatiebeleid 2011 - 2013 (definitieve nota na SAR-advies)/bpde/ 6

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2011 | | pagina 97