BELEIDSNOTA OPENBARE VERLICHTING
Het verbruik van energie voor openbare verlichting in gemeente Boarnsterhim is al vanaf 2003 ongeveer
585.000 kWh. Er zijn sindsdien wel meer lichtmasten geplaatst maar door het toepassen van energiezuinige
technieken en door het vervangen van de hogere wattage lichtmasten armaturen is het verbruik redelijk
constant.
Met het vaststellen van het verdrag van Kyoto is overeengekomen dat de uitstoot van broeikasgas zoals
kooldioxide (C02) in 2012 met 6% in Nederland verminderd wordt (onder het niveau van 1990). Het niveau
van 1990 is niet te achterhalen. Een doorrekening vanaf 1990 zou door de destijds toegepaste lampen een
verbruik geven welke hoger uitkomt dan de huidige 585.000 kWh (sinds 2003) Gerekend wordt dat er voor
2012 het energie verbruik van de openbare verlichting afgenomen moet zijn met 6% van de huidige afname
tot 549.000 kWh.
Een substantieel deel van het totale gemeentelijke energieverbruik wordt verbruikt door openbare
verlichting. Zowel om milieutechnische als om financiële redenen willen we het energieverbruik van de
openbare verlichting in de komende jaren fors terugdringen naar 497.250 kWh per jaar in 2015 -15%),
uitgaande van een gelijkblijvend aantal lichtmasten. Met deze doelstelling is de vastgestelde Kyoto-norm,
vermindering van 6% energieafname, voor het jaar 2012 reëel en haalbaar.
Bij nieuwe locaties, renovaties en bij vervanging altijd eerst kritisch bekijken of er
alternatieven mogelijk zijn.
Wanneer er sprake is van een situatie waarin vanuit verkeersveiligheidsoogpunt nieuwe verlichting gewenst
is, dan kijken we eerst kritisch of er alternatieven mogelijk zijn. Is de functie het verlichten van objecten, dan
kan reflectie of led-verlichting op het betreffende object een optie zijn. Ook voor het geleiden van verkeer
door een bocht kan led-verlichting in de kantlijn van het wegdek - zogeheten actieve markering - vaak een
goed alternatief zijn. Zijwegen kunnen bijvoorbeeld gemarkeerd worden met led-paaltjes. Per situatie zal
beoordeeld worden of een alternatief mogelijk is. Belangrijke factoren daarbij zijn de maximaal toegestane
snelheid van de weggebruiker, gemengde of uniforme verkeersstromen en overzichtelijkheid van de
verkeerssituatie.
Energiebesparing realiseren door versnelde vervanging van energie-inefficiënte lampen...
De energie-inefficiënte lampen en armaturen zullen waar mogelijk versneld vervangen worden door
energiezuinige alternatieven (vijfjaar). Vervolgens zullen investeringen met een terugverdientijd tussen vijf
en tien jaar uitgevoerd worden, waarbij als uitgangspunt geldt dat geringe meerkosten acceptabel zijn als
daarmee extra milieurendement wordt verkregen.
Toepassing van dimbare verlichting.
In de nachtelijke uren is de verkeersintensiteit minimaal. De openbare verlichting dan op volle sterkte laten
branden is onnodige verspilling van energie (en dus geld) en bovendien een belangrijke bron van
lichtvervuiling en lichthinder. Door de verlichting na 23:00 uur te dimmen, daalt het energieverbruik en de
lichtvervuiling, terwijl er toch een egaal verlichtingsbeeld blijft. Dit in tegenstelling tot het om-en-om
uitschakelen van lichtmasten, waarbij een onregelmatig verlichtingspatroon ontstaat met donkere plekken.
Om die reden wordt gekozen voor dimmen in plaats van om-en-om uitschakelen. Met nieuwe technieken is
het ook mogelijk om aanvullend te dimmen. Hiermee kan een zelf te bepalen dimregiem bepaald worden en
is er geen tijd, zoals voorheen 23.00 uur, meer aan verbonden en zijn er meerdere schakelmomenten
mogelijk. Het is zelfs mogelijk om tot 20% energieafname te dimmen.
Waar dit vanuit oogpunt van verkeersveiligheid en sociale veiligheid mogelijk is, zal bij vervanging of
renovatie van verlichtingsinstallaties dimbare verlichting toegepast worden. Het dimmen kan per lichtmast
ingesteld worden, zodat het desgewenst mogelijk is om lichtmasten op bepaalde locaties - bijvoorbeeld
kruispunten - wel op volle sterkte te laten branden.
Pagina 19