- Er kan ruimte gevonden worden door nieuwe terreinen intensiever te gaan
gebruiken (intensivering).
- Er kan gekozen worden om specifiek (meer) ruimte te reserveren voor
bepaalde sectoren (bclcidsambitics).
- Er kan gekozen worden om (op regionale schaal) nieuwe terreinen aan te
leggen. Keuze 1 en 2 leiden ertoe dat de planningsopgave aan nieuwe terreinen
minder kan zijn, terwijl keuze 3 en 4 leiden tot een hogere planningsopgave.
Nadat bepaald is hoeveel nieuwe ruimte te plannen, worden de beleids
keuzes gemaakt hoe deze planning te realiseren. De mogelijke beleids
keuzes tussen planning en planologische realisatie zijn:
1. Gemeenten kunnen het omzetten van de planning in planologische
realisatie (onherroepelijke bestemmingsplannen) versnellen of vertragen.
Hierdoor ontstaat meer of minder druk op de voorraad.
2 Planuitval kan een reden zijn om de fasering aan te passen, dan wel
nieuwe locaties te onderzoeken.
3. Vanwege het "tijdsgat" tussen planning en planologische realisatie kan het
wenselijk zijn een bepaalde voorraad beschikbaar te hebben voor directe
uitgifte. Nadeel hiervan is dat wc hiermee de planologische realisatie
versnellen en mogelijk verhogen t.o.v. de geprognosticeerde vraag.
4. De voorraad bedrijventerrein kan afnemen door verouderde en/of
onwenselijke locaties om te vormen naar andere functies onttrekking
aan de voorraad).
5. Locaties die onttrokken worden aan de voorraad kunnen ergens anders
(geheel of gedeeltelijk) gecompenseerd worden.
Ruimtelijke kwaliteit
De discussie rondom kwaliteit richt zich op drie soorten kwaliteit:
- Gebruikswaarde. Hier gaat het om de vraag voor welke economische
sectoren (bedrijfstakken) er ruimte wordt gecreëerd en voor welke
sectoren/clusters willen we extra ruimte reserveren?
- Belevingswaarde. Hier gaat het om de kwaliteit van het terrein
(gedefinieerd in milieucategorieën, grootschalig/kleinschalig, specifieke
clusters/segmenten en bebouwingsgraad) die wordt aangeboden als ook
om de ruimtelijke kwaliteit van het terrein (beeldkwaliteit, inpassing in
het landschap).