Beeldk wa/itei tsplan
Voor aanvragen van een omgevingsvergunning wordt in het geval van het oprichten of aanpas
sen van bouwwerken, en/of bij aanpassingen aan de erfinrichting getoetst of het plan voldoet aan
redelijke eisen van welstand. Hierbij wordt beoordeeld of het gebouw of de erfinrichting passend
is in de omgeving. De welstandscommissie toetst bouwplannen normaliter aan de gemeentelijke
welstandsnota. Wanneer een ontwikkeling dusdanig afwijkend is qua omvang en/of functie en
verschijningsvorm, dan wordt een afzonderlijk beeldkwaliteitsplan voor het betreffende gebied
opgesteld. Het beeldkwaliteitsplan vervangt dan, voor dit plangebied, de gebiedscriteria uit de
welstandsnota. De grootte van de veranderingen en de functieverandering van onbebouwd agra
risch land naar natuur en recreatie met bebouwing is in dit geval voor de gemeente de aanleiding
geweest om te besluiten tot het maken van een beeldkwaliteitsplan.
Een beeldkwaliteitsplan is geen onderdeel van het bestemmingsplan, maar is daar een aanvulling
op. De zaken die geregeld worden in de welstandsnota en het beeldkwaliteitsplan kunnen niet in
een bestemmingsplan worden opgenomen met een bindende werking. Het beeldkwaliteitsplan
vormt, mits het is vastgesteld door de gemeenteraad, een beleidsregel. Met deze beleidsregel
kan, in tegenstelling tot het bestemmingsplan, ook de inrichting van de openbare ruimte, archi
tectuur, stedenbouw en landschap worden getoetst. Kortom: het beeldkwaliteitplan gaat verder
dan het bestemmingsplan.
Het beeldkwaliteitsplan geeft het beoordelingskader voor de gewenste beeldkwaliteit van de be
bouwing en erfinrichting. Het beeldkwaliteitsplan bestaat uit twee delen die gericht zijn op twee
elkaar opeenvolgende fasen. Het eerste deel, de toetsingscriteria, behelst de richtlijnen voor de
ontwikkelingsfase waarin een vooraf door de gemeente bepaalde ambitie wordt nagestreefd en
fungeert als inspiratiebron voor ontwerpers. De toetsingscriteria zijn preciezer geformuleerd dan
de welstandscriteria omdat het hier gaat om de ontwikkelfase (het plan moet nog gestalte krij
gen). Met de uitgangspunten van het stedenbouwkundig plan als basis is een onderverdeling ge
maakt in een aantal sfeergebieden. Ondanks dat er een onderlinge samenhang wordt nage
streefd, is het wenselijk om per gebied en per type bebouwing nuance verschillen aan te brengen
in de beeldkwaliteit. Per sfeergebied worden eisen gesteld aan de beeldkwaliteit van de bebou
wing én die van de erfinrichting waarbij afzonderlijk eisen worden gesteld aan de (zichtbare) ran
den van het gebied: daarmee wordt bedoeld de randen die worden ingericht ter afscherming van
het park naar het landelijk gebied.
Het tweede deel zijn de welstandscriteria en behelst de beheersfase. De criteria zijn minder be
schrijvend van aard. De welstandscriteria vervangen de toetsingscriteria na afloop van de realisa
tiefase. De welstandscriteria zijn gebaseerd op de systematiek van de huidige welstandsnota en
zijn gericht op het in stand houden van de bereikte beeldkwaliteit op basis van de toetsingscrite-
Het beeldkwaliteitsplan is gereed en ligt vanaf begin september voor 6 weken ter inzage ingevol
ge artikel 1 2 lid 4 Woningwet jo artikel 150 Gemeentewet. Na deze termijn zal het beeldkwali
teitsplan ter vaststelling aan de gemeenteraad worden voorgelegd. Ondanks het feit dat het
beeldkwaliteitsplan nog niet is vastgesteld ten tijde van de vaststelling van onderhavig 'kleine'
bestemmingsplan hanteert de initiatiefnemer deze reeds als criteria bij de ontwikkeling van de 7
recreatiewoningen en chalets zodat voor de totale ontwikkeling voldaan wordt aan de gestelde
criteria. De welstandscommissie zal op ons verzoek aanvragen om omgevingsvergunning ook aan
dit document toetsen aangezien deze verder gaat dan de huidige welstandsnota voor dit gebied.
Zie ook de reeds door u ontvangen memo van 4 juli 2011 welke bij dit raadsvoorstel ter inzage
wordt gelegd.
Pagina 4
4 01 Tusken de Marren/bpmk/4