Pagina 5 van 8
Toelichting op de derde wijzigingsverordening APV 2009.
Artikel 2.1
Op diverse plekken komt het voor dat in de gemeente groepen personen op straat of in
de uitgaansgelegenheid overlast veroorzaken. Het gaat daarbij met name om
(rondhangende) groepen jongeren. Deze hinder kan leiden tot een grote verstoring van
de openbare orde met name als er sprake is van terugkerende hinder van groepen op
een vaste locatie (hangplekken) of in dezelfde uitgaansgelegenheid. Met name in het
hoogseizoen tijdens evenementen kunnen deze groepen voor problemen zorgen.
Blijvende verstoring door overlastgevende groepen is ontoelaatbaar.
De overlast op straat kan reeds worden aangepakt op grond van artikel 2.1, eerste lid,
APV. Door de thans voorgestelde wijziging van artikel 2.1, eerste lid kan ook de overlast
binnen de uitgaansgelegenheid beter worden aangepakt.
Artikel 2.1a
Verhouding Wet Maatregelen Bestrijding Voetbalvandalisme en Ernstige Overlast (de
zogenaamde Voetbalwet) in relatie met de verblijfsontzegging
Per 1 september 2010 is de zogenaamde Voetbalwet (Wet Maatregelen Bestrijding
Voetbalvandalisme en Ernstige Overlast) in werking getreden. Door middel van de
toevoeging van de artikelen 172a en 172b aan de Gemeentewet geeft de nieuwe wet
burgemeesters aanvullende bevoegdheden gericht op het vroegtijdig kunnen stoppen,
het preventief ingrijpen en het doorbreken van het ordeverstorende gedrag van een
individu of van een groep. Met de toevoeging van artikel 172a in de Gemeentewet kan
de burgemeester een gebiedsverbod, een groepsverbod en of een meldingsplicht
opleggen aan de personen die herhaaldelijk de orde verstoren voor zowel individueel als
groepsgewijs.
De komst van deze nieuwe wet brengt de vraag met zich mee of het nog nodig is om de
mogelijkheid tot het geven van een gebiedsontzegging in de APV van Boarnsterhim op te
nemen. Dit is afhankelijk van de verschillen tussen de diverse bevoegdheden en van de
overlastsituaties die wij op willen heffen. Na een inventarisatie is gebleken dat een
verblijfsontzegging op grond van de APV, met name bij jeugdoverlast, een toegevoegde
waarde heeft ten opzichte van het gebiedsverbod zoals dit opgelegd kan worden op
grond van artikel 172a van de Gemeentewet. De toepassing van artikel 172a van de
Gemeentewet en een verblijfsontzegging op grond van de APV is namelijk verschillend,
de twee mogelijkheden vullen elkaar aan. Dit is ook expliciet aangegeven in de
Kamerstukken en in de verwoording van het artikel zelf ("Onverminderd artikel 172,
derde lid, en hetgeen bij gemeentelijke verordening is bepaald omtrent de bevoegdheid
van de burgemeester om bevelen te geven ter handhaving van de openbare orde...").
De APV kan het mogelijk maken na een waarschuwing bij lichte ordeverstorende
gedragingen direct een gebiedsontzegging voor zeer korte duur op te leggen. Een langer
durende gebiedsontzegging geeft problemen met de proportionaliteitseis. Uit de
jurisprudentie blijkt niet ondubbelzinnig wat de maximumduur mag zijn van een