Pagina 3 zijn praktische uitwerkingen. Riolering, het onderhoud van wegen en bermen en het ophalen van afval staan los van de identiteit en de aard van het gebied. Het zijn geen aspecten waar de burger zich mee identificeert of wat men als grens ervaart in het landschap. Bij het bepalen van de nieuwe grenzen is hier dan ook niet naar gekeken. De toekomstige gemeenten zullen over de beheeraspecten desgewenst in een later stadium afspraken maken. Eigendom is ook een aspect dat buiten beschouwing is gelaten. In eerste instantie is het handig als burgers al hun percelen in één gemeente hebben liggen. Erven zullen wel binnen dezelfde gemeente liggen, maar met name agrarische bedrijven hebben kavels niet altijd aaneengeslo ten in bezit, waardoor er sprake kan zijn van eigendommen in meerdere gemeenten. Het is niet gewenst om bij het vaststellen van nieuwe grenzen deze individuele situaties leidend te laten zijn. Een andere reden waarom eigendom niet specifiek is meegenomen, is het feit dat eigen dom van gronden nogal eens wisselt. Over een aantal jaren kan de grond weer verkocht zijn. Kortom, er is sowieso geen zekerheid dat percelen bij een eigenaar in dezelfde gemeente zullen blijven. Voor de nieuwe grenzen zijn uiteindelijk grotendeels de bestaande dorpsgebiedsgrenzen aan gehouden. Deze zijn laatstelijk bij raadsbesluit van 2 september 2008 vastgesteld. Het blijkt dat de sociale structuur hierin al goed is meegenomen; bewoners die zich bij bepaalde dorpen be trokken voelen, zijn ook bij de dorpsgebieden van die dorpen ingedeeld (bijvoorbeeld de jacht haven Sneekerhof en Abbenwier die nabij het Sneekermeer liggen, maar wel op Jirnsum ge richt zijn). Voorts zijn de natuurlijke grenzen op sommige plekken aangehouden boven de bestaande dorpsgebiedsgrens. Dit zijn (enkele) gevallen waarbij de stuurgroep van mening is dat het crite rium "natuurlijk" een robuustere (dorps)begrenzing ondersteund. Indien grootschalige, rechte watergangen de grens vormen tussen twee gemeenten is het hart van de watergang de grens (bijvoorbeeld PM-kanaal, Slachtegat, Mûzel). Het midden van de watergang als grens heeft als voordeel dat er geen problemen ontstaan of de oever nu wel of niet bij een gemeente hoort (in sommige waterlopen liggen nog wel eens 'buitendijkse gebie den', indien de oever de grens zou zijn leidt dit tot discussie wat dan de oever is) en dat het overzichtelijk is. Alleen bij kleinere waterlopen zal in voorkomende gevallen de bestaande dorpsgrens worden aangehouden (bijvoorbeeld de Krûsbrekken; een watergang zonder duide lijk verloop). Een specifiek geval is een perceel nabij Goattum, waarvan de bewoners actief zijn bij verenigin gen en activiteiten in Grou, maar nu officieel in Nes wonen. Gelet op de sociale samenhang en de bereikbaarheid van het perceel (makkelijkst via Grou), is besloten dit perceel bij het dorps- gebied van Grou te laten horen, zodat het perceel naar de gemeente Leeuwarden gaat. Op de kaart is de begrenzing ingetekend op een topografische ondergrond met een schaal van 1 25.000 en voorziet daardoor niet in een uitwerking tot op (kadastraal) detailniveau. In een la ter stadium is een verdere detaillering op minimaal GBKN-basis gewenst. Daarbij kan dan zo veel als mogelijk aansluiting worden gezocht bij de kadastrale begrenzing van percelen. In hoofdstuk 2 is een aantal specifieke gebieden uitgelicht, dat op detailniveau enige toelichting behoeft. De overige gebieden volgen de dorpsgebiedsgrens, dan wel de huidige gemeente grens van Boarnsterhim. In hoofdstuk 3 is nog een slotwoord gegeven. Toelichting Nieuwe Grenzen Boarnsterhim

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2011 | | pagina 5