HOOFDSTUK 7. VERANTWOORDING EN VASTSTELLING VAN DE SUBSIDIE
Artikel 15. Verantwoording subsidies tot 5.000
1Het college kan, indien hij dat nodig acht, de aanvrager verplichten om op de door
hem aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten, waarvoor de subsidie wordt
verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden
verplichtingen.
Artikel 16. Verantwoording subsidies vanaf 5.000
1Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan 5.000 dient de subsidieontvanger
een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in bij het college.
2. Indiening vindt plaats uiterlijk vóór 1 mei in het jaar na afloop van het kalenderjaar,
respectievelijk 4 maanden na het subsidietijdvak, waarvoor de subsidie is verleend.
3. De aanvraag tot vaststelling bevat:
a. een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten, waarvoor de subsidie
is verleend, zijn verricht;
b. een overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en
inkomsten (financieel jaarverslag of jaarrekening);
c. Een accountantsverklaring indien het een subsidie vanaf 25.000 betreft.
4. Het college kan bepalen dat ook andere, of minder dan, de in dit artikel bedoelde,
gegevens en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, worden overlegd.
Artikel 17. Vaststelling subsidie
1Het college stelt binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag tot
subsidievaststelling, zoals vermeld in artikel 1 5 en 1 6, de subsidie vast.
2. Indien uit de aard van de subsidie, dan wel de verantwoording daarvan, volgt dat
voor de beslissing op de vaststelling van de subsidie een langere termijn nodig is dan
de in het eerste lid genoemde termijn, dan bericht het college de subsidieontvanger
daarvan binnen 4 weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling.
2. Indien de aanvraag tot subsidievaststelling niet voor het in artikel 16 eerste lid dan
wel artikel 17 eerste lid, genoemd tijdstip is ontvangen, gaat het college zes weken
na een eenmalige rappel over tot ambtshalve vaststelling.
HOOFDSTUK 8. OVERIGE BEPALINGEN
Artikel 18. Hardheidsclausule
Het college kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van deze verordening
buiten toepassing laten of daarvan afwijken, met uitzondering van de artikelen 12, 3
en 8 voor zover van toepassing gelet op het belang van de aanvrager of
subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard. Het van toepassing
verklaren van dit artikel wordt gemotiveerd in het besluit.
Artikel 19. Intrekking
De Algemene Subsidieverordening Boarnsterhim 2012 wordt vastgesteld onder
gelijktijdige intrekking van de Algemene Subsidieverordening 2008.
5