opstellen, uitvoeren en evalueren van een plan van aanpak wordt aangemerkt als een gedraging die de
inschakeling in de arbeid belemmert.
Onderdeel D
Door het intrekken van de WIJ is de Afstemmingsverordening WIJ komen te vervallen en gelden WIJ-besluiten
als besluiten die op grond van de WWB zijn genomen. Voor het sanctioneren van maatregelwaardige
gedragingen van jongeren biedt vanaf 1 januari 2012 derhalve de Afstemming- en fraudeverordening WWB het
regeltechnische kader. Dat betekent dat zonder verdere regeling voor jongeren hetzelfde regime geldt als
voor oudere bijstandsgerechtigden. Uit een oogpunt van eenvoud en eenduidigheid is er in dit Raadsbesluit
voor gekozen die lijn te volgen.
In onderdeel D is voor de volledigheid geregeld dat de verordening vanaf 1 januari 2012 ook geldt voor
jongeren vanaf 18 jaar. Verder is geregeld dat een maatregel ook kan worden opgelegd op de bijzondere
bijstand die aan jongmeerderjarigen wordt verstrekt in aanvulling op algemene bijstand.
Artikel 4. De verordening Langdurigheidstoeslag
Algemeen
Op twee onderdelen is de wetswijziging voor de verordening Langdurigheidstoeslag van belang. Allereerst
reeds eerder geconstateerde herdefiniëring van de bijstandssubjecten en de daaraan gekoppelde
huishoudtoets. Daarnaast de bepaling dat de inkomensgrens die voor het recht op langdurigheidstoeslag geldt
maximaal 110% van de toepasselijke bijstandsnorm kan bedragen9.
Onderdelen A en B
In de verordening wordt één van de normbedragen met betrekking tot de hoogte van de langdurigheidstoeslag
doorgaans gekoppeld aan 'gehuwden'. Omdat dat begrip in de WWB als zelfstandig bijstandssubject is
vervangen door het begrip 'gezin' dient dat ook in de verordening tot uitdrukking gebracht te worden. Dat
wordt in onderdeel B geregeld.
Onderdeel C
Indien sprake is van gehuwden waarvan één persoon geen recht heeft op bijstand, wordt thans de
langdurigheidstoeslag vastgesteld naar de norm voor een alleenstaande (ouder). Dit blijft zo, als er sprake is
van een gezin dat slechts uit gehuwden bestaat. In onderdeel D is tot uitdrukking gebracht, dat als in de
verordening voorzien is in een specifieke bepaling die dat regelt, die bepaling wordt vervangen door een
bepaling die regelt dat als er tot het gezin een niet-rechthebbende behoort, dit slechts tot aanpassing van de
hoogte van de langdurigheidstoeslag leidt als er slechts één rechthebbend gezinslid overblijft.
Artikel 5. Inwerkingtreding en geldingsduur
De inwerkingtreding valt uiteraard samen met de inwerkingtreding van de wijzigingswet. Mocht de
vaststelling en inwerkingtreding van dit Besluit niettemin later plaatsvinden, dan kan in terugwerkende
kracht worden voorzien.
Een overgangsregeling is niet nodig. In de wijzigingswet is als hoofdregel opgenomen dat sprake is van
onmiddellijke werking, dat wil zeggen dat per 1 januari 2012 de gewijzigde WWB direct van toepassing is op
reeds bestaande rechtsposities en verhoudingen. Op onderdelen is daarvan afgeweken middels specifiek
overgangsrecht. Voor dit Raadsbesluit geldt evenzeer onmiddellijke werking. Uitzondering daarop vormt de
aanpassing aan de Verordening langdurigheidstoeslag. Conform artikel 36 WWB vloeit uit de aard van de
regeling voort dat voor aanvragen die vanaf 1 januari 2012 worden ingediend het 'oude recht' van toepassing
is, voor zover de peil- en ingangsdatum voor die datum liggen.
VI. Citeertitel
Deze bepaling spreekt voor zich.
9 Art. 36. zesde lid WWB
Raadsbesluit tijdelijke regels aanscherping WWB
8