BOARNSTERHIM
gemeente
Nr.
De raad van de gemeente Boarnsterhim;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;
overwegende, dat het gewenst is ter voorziening in de Algemene Middelen gebruik te maken van
de daartoe geboden wettelijke mogelijkheden, met name door het heffen van "Onroerende-
zaakbelastingen";
gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet;
BESLUIT:
vast te stellen de:
verordening tot wijziging van de "Verordening op de heffing en invordering van onroerende-
zaakbelastingen vastgesteld bij raadsbesluit van 13 november 2001, nummer 3.2, laatstelijk
gewijzigd bij besluit van 14 december 2010.
Artikel I
Artikel 5 wordt gelezen als volgt:
Belastingtarieven.
Artikel 5.
Het tarief van de belasting bedraagt een percentage van de heffingsmaatstaf. Het percentage be
draagt voor:
1. a. de gebruikersbelasting 0,12767
b. de eigenarenbelasting:
- voor onroerende zaken die in hoofdzaak tot woning dienen 0,14320
- voor onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen 0,15876
1Het bedrag van de belasting wordt per belastingaanslag naar beneden afgerond op hele eu
ro s.
2. Belastingaanslagen van minder dan 6,00 worden niet opgelegd. Voor de toepassing van
de vorige zin wordt het totaal van op één aanslagbiljet verenigde aanslagen aangemerkt als
één belastingaanslag.
Artikel 7 wordt gelezen als volgt:
Artikel 7
Termijnen van betaling.
1 De aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn
vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van
het aanslagbiljet staat vermeld en de tweede twee maanden na de eerste vervaldatum.
2 Indien voor de betaling van de verschuldigde belasting een machtiging voor automatische
incasso is afgegeven, dient de aanslag in acht gelijke termijnen te worden betaald waar
van de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in
3 11 BL Onroerende-zaakbelastingen 2012.doc wijz. dec/1