tectuur, stedenbouw en landschap worden getoetst. Kortom: het beeldkwaliteitsplan gaat verder dan het bestemmingsplan. Het beeldkwaliteitsplan geeft het beoordelingskader voor de gewenste beeldkwaliteit van de be bouwing en erfinrichting. Het beeldkwaliteitsplan bestaat uit twee delen die gericht zijn op twee elkaar opeenvolgende fasen. Het eerste deel, de toetsingscriteria, behelst de richtlijnen voor de ontwikkelingsfase waarin een vooraf door de gemeente bepaalde ambitie wordt nagestreefd en fungeert als inspiratiebron voor ontwerpers. De toetsingscriteria zijn preciezer geformuleerd dan de welstandscriteria omdat het hier gaat om de ontwikkelfase (het plan moet nog gestalte krij gen). Met de uitgangspunten van het stedenbouwkundig plan als basis is een onderverdeling ge maakt in een aantal sfeergebieden. Ondanks dat er een onderlinge samenhang wordt nage streefd, is het wenselijk om per gebied en per type bebouwing nuance verschillen aan te brengen in de beeldkwaliteit. Per sfeergebied worden eisen gesteld aan de beeldkwaliteit van de bebou wing én die van de erfinrichting waarbij afzonderlijk eisen worden gesteld aan de (zichtbare) ran den van het gebied: daarmee wordt bedoeld de randen die worden ingericht ter afscherming van het park naar het landelijk gebied. Het tweede deel zijn de welstandscriteria en behelst de beheersfase. De criteria zijn minder be schrijvend van aard. De welstandscriteria vervangen de toetsingscriteria na afloop van de realisa tiefase. De welstandscriteria zijn gebaseerd op de systematiek van de huidige welstandsnota en zijn gericht op het in stand houden van de bereikte beeldkwaliteit op basis van de toetsingscrite- Het beeldkwaliteitsplan heeft van woensdag 7 september 2011 tot en met dinsdag 18 oktober 2011 ter inzage ingevolge artikel 1 2 lid 4 Woningwet jo artikel 150 Gemeentewet. Tijdens deze periode is een zienswijze ingediend. Argumenten: De ingediende zienswijze is zorgvuldig getoetst en beoordeeld. Dit heeft niet geleid tot planaan passingen. Ten aanzien van de zienswijze heeft een gedegen belangenafweging plaatsgevonden. Bij de nota beantwoording zienswijzen is de volledige zienswijze in kopie opgenomen. Voor een samenvat ting van de zienswijzen en de gemeentelijke reactie hierop verwijzen wij kortheidshalve naar deze nota. De zienswijze heeft niet geleid tot een aanpassing van het beeldkwaliteitsplan. Reactie naar aanleiding van vragen tijdens raadsvergadering 29 november 2011 Tijdens de behandeling van het beeldkwaliteitsplan in de raadsvergadering van 29 november 2011 zijn een aantal vragen gesteld inzake de keuze voor baksteen aan de boulevard, platte da ken en de functie van de afbeeldingen in het beeldkwaliteitsplan en de rol van de welstands commissie. Onderstaand wordt ingegaan op deze onderdelen Materiaalgebruik boulevard In grote lijnen kent het gebied twee identiteiten. Eén voor de boulevard, het 'hart' van het gebied en één voor 'het recreëren'. De boulevard sluit direct aan op het bestaand bebouwd gebied en moet de vloeiende overgang, een schakel, met het achterliggende recreatiegebied vormen. Het karakter van de boulevard is met opzet anders dan het karakter van het recreatiegebied. Het ka rakter is statiger en formeler dan de sfeer van het recreatiegebied. Zo'n statige boulevard roept bovendien de associatie op met flaneren, kijken en bekeken worden. De aanwezige horeca biedt die gelegenheid. Qua functie is de boulevard dus ook meer divers. De keuze om juist op deze overgang te kiezen voor een relatie met het dorp Akkrum (het 'Ak- krumse') is daarmee verklaard. Om de Akkrumse identiteit te benadrukken en ervoor te zorgen Pagina 2 4 01 vaststelling bkp Tusken de Marren! .doc/bpmk/2

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2011 | | pagina 202