6. Bestuurlijke betrokkenheid van voormalig wethouder RO 6.1 Inleiding De grond te Eagum die in dit onderzoek centraal staat, kent de kadastrale aanduidingen E 338 (81 a, 25 ca), E 355 (17 a, 70 ca), E 340 en 341 (huidig aangeduid als kadasternummer 470). Blijkens de akte van het Kadaster is deze grond te Eagum d.d. 13 december 2000 gekocht door Noham BV van een particulier. Meer informatie over de eigendomsposities van de grond te Eagum en de daarmee gemoeide BV's c.q. natuurlijke personen komt in hoofdstuk 7 aan bod. Daarin zal onder meer naar voren komen dat de heer T.B. vóór 2001 en vanaf 2008 betrokken is bij de koop/verkoop van de grond en als aandeelhouder van Noham BV betrokken is. In de tussenliggende jaren heeft hij een rol gespeeld als adviseur ten aanzien van ontwikkelingen voor deze grond In de volgende paragralen wordt ingegaan op de ontwikkeling van het project te Eagum in de jaren dat mevrouw J.B. wethouder RO was (zij wordt in dit rapport aangeduid als voormalig/toenmalig wethouder mevrouw J.B. of als mevrouw J.B.) en haar betrokkenheid bij de behandeling en besluitvorming. 6.2 2001-2002 6.2.1 Portefeuilleverdeling Mevrouw J.B. was wethouder bi] de gemeente Boarnsterhim van 1998 tot en met 2006. Blijkens een brief van het college aan de leden van de raad, d.d. 3 juli 2001heeft bij het besluit van B&W d.d. 8 mei 2001 een herziening van de portefeuilleverdeling plaatsgevonden. Aanleiding was het vertrek van een collegelid, wethouder O. Eerder al was de raad schriftelijk meegedeeld, d.d. 28 maart 2001, dat wethouder O. zijn werk als wethouder had beëindigd en dat de overige collegeleden zijn taken tijdelijk overnemen. Blijkens voornoemde brieven heeft wethouder mevrouw J.B. de portefeuille RO toebedeeld gekregen, die voorheen was ondergebracht bij het afgetreden collegelid. D.d. 3 april 2001 is er overleg geweest van de fractievoorzitters over het vervolg van de bestuurssamenstelling na het vertrek van wethouder O. D.d. 5 april 2001 is de eerste raadsvergadering na de mededeling van 28 maart 2001In beide vergaderingen zijn geen opmerkingen gemaakt over het feit dat de taken en de portefeuille RO zijn toebedeeld aan mevrouw J.B. Mevrouw J.B. verklaart hierover: "Wij waren nog maar met zijn tweeën overgebleven in het college en iemand moest de portefeuille RO krijgen. Mij leek de portefeuille RO interessant. Ik heb toen de portefeuille RO toebedeeld gekregen en in 2002, bij het aantreden van het nieuwe college, heb ik de portefeuille behouden aangezien de andere collegeleden reeds voorkeur hadden voor de door hen gewenste portefeuilles. Zij hadden geen uitgesproken voorkeur voor de portefeuille RO. D.d. 8 mei 2002 wordt mevrouw J.B. (wederom) benoemd tot wethouder RO, zo blijkt uit de besluitenlijst d.d. 8 mei 2002. In de notulen van de raadsbijeenkomst d.d. 8 mei 2002 staat vermeld dat voorafgaand aan de benoeming van mevrouw J.B. een raadslid heeft opgemerkt dat het in het licht van eventuele belangenverstrengeling het hem niet verstandig lijkt dat mevrouw J.B. de portefeuille RO krijgt. Blijkens deze notulen heeft mevrouw Rapportage Gemeente Boarnsterhim 17 november 2011 9

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2011 | | pagina 215