Zij vermoedt dat twee raadsleden de discussie hebben aangezwengeld omtrent haar optreden als wethouder RO in relatie tot de planontwikkeling te Eagum. Zij noemt de namen van twee raadsleden, waarvan zij denkt dat deze raadsleden mogelijk hebben gehandeld vanuit rancune richting haar. Mevrouw J.B. geeft aan dat deze twee raadsleden in haar periode als wethouder RO zelf bezig waren met planontwikkeling die niet conform het staande RO-beletd was en daardoor of niet door kon gaan of aangepast moest worden Voormalig wethouder Grondbedrijf de heer H.J. verklaart over het optreden van voormalig wethouder mevrouw J.B. in relatie tot het project te Eagum: "Ik denk niet dat er sprake is van enige bevoordeling door [voormalig wethouder mevrouw J.B.] inzake dit project. Ik kan mij dit niet voorstellen en heb geen signalen ontvangen dat er bepaalde zaken door haar zijn doorgedrukt. Ten tijde dat zij wethouder was, heeft geen enkel plan voor het project te Eagum stand gehouden. Hij vertelt verder: "Voor zover ik kan zien, zijn er geen vreemde zaken gepasseerd ten tijde dat ik raadslid en wethouder was inzake de casus Eagum. Ik veronderstel dat er mogelijk relaties zouden kunnen liggen tussen [de heer T.B.] en het project in Eagum ten tijde dat zijn vrouw wethouder was. Maar er is mijns inziens geen sprake van enige bevoordeling door [voormalig wethouder RO mevrouw J.B.]. Ik ben daar ook heel alert op geweest en had het anders ook wel gezien. Voormalig wethouder Grondbedrijf de heer H.J. vertelt verder dat in zijn periode als wethouder, de eventuele betrokkenheid van de man van voormalig wethouder mevrouw J.B. bij het project te Eagum, niet relevant werd geacht aangezien de bouwplannen nog verre van concreet waren. Over het handelen van voormalig wethouder mevrouw J.B. als wethouder in relatie tot de casus Eagum verklaart de voormalig burgemeester de heer Y. D. "Ik heb geen signalen ontvangen dat daar iets aan de hand was. Ik ben een kritische burgemeester, zie ook mijn optreden in het verleden binnen de gemeente Boarnsterhim. Als er iets aan de hand was geweest, dan was ik ook zeker opgetreden. De voormalig burgemeester de heer Y.D. omschrijft voormalig wethouder mevrouw J.B. als een betrokken wethouder. Hij vervolgt: "Mogelijk heeft [voormalig wethouder mevrouw J.B.] in haar enthousiasme en betrokkenheid bij de gemeente uit een zekere naïviteit de zaken niet goed gescheiden weten te houden, maar er kan zeker niet in verwijtende zin over haar handelen gesproken worden. Ik kan mij niet voorstellen dat zij een dubbele agenda hanteerde. Als er iets aan de hand zou zijn geweest, dan was [voormalig wethouder mevrouw J.B.] naar mij toegekomen om het te bespreken. De voormalig burgemeester de heer Y.D. geeft aan dat er geen bijzonderheden of opmerkelijkheden zijn ten aanzien van het handelen van voormalig wethouder mevrouw J.B. als wethouder RO in relatie tot het project te Eagum. Hij vervolgt: "Naar mijn weten en mijn gevoel heeft [voormalig wethouder mevrouw J.B.] als toenmalig wethouder RO geen opmerkelijke sturing gehad in de ontwikkelingen van het project te Eagum. Rapportage Gemeente Boarnsterhim 17 november 2011 26

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2011 | | pagina 232