2. Een ontheffing van een verbodsbepaling als bedoeld in artikel 2 lid 4, 3 lid 3, 5 lid 3 en 6 lid 3 van de Ugplaatsenverordening Boamsterhim 2005 wordt voorzover het respectievelijk in artikel 2 lid 1, 3 lid 1, 5 lid 1, 5 Ud.2of 6 lid 2 van deze verordening bedoelde verbod van toepassing is, geacht een ontheffing te zijn van het verbod vervat in artikel 2 lid 4, 3 lid 3, 5 lid 3 of 6 lid 3 van deze verordening. De ontheffing blijft met de daaraan verbonden voor schriften van kracht tót op het moment dat in de ontheffing zelf is bepaald. 3. De aanwijzing van oevers en/of wateren dié heeft plaatsgevonden overeenkomstig de proce dure Van de artikelen 9 en 10 van de Ugplaatsenverordening Boamsterhim 2005 of krachtens de overgangbepaling in artikel 14 Van de Ugplaatsenverordening Boamsterhim 1999 wordt geacht een aanwijzing te zijn krachtens de artikelen 9 en 10 van deze verordening. Inwerkingtreding. Artikel 15. Deze vérordening treedt in werking op de dag na haar bekendmaking. Alsdan vervalt de Ligplaat sen Verordening Boarnsterhim 2005, Citeertitel. Artikel 16. Deze verordening kan worden aangehaald als "Ligplaatsenverordening gemeente Boamsterhim 2012 Grou, De raad voornoemd, de griffier, de voorzitter. A.G.M. Rutten T. Baas Kopie aan: Politie; arrondissementsparket; bop(hb); jz(mg). Pagina 6 Vaststelling in Raad Publicatie Op 'e Hichte 3 02 Bylage ligplaatsenverorderung.tekst verordening d.d.03-11 -2011 .doc/ezhb/6

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2011 | | pagina 29