Prestatieveld 3:Informatie, advies en cliëntondersteuning
Doel: het verzorgen van informatie, advies en cliëntondersteuning
Bij cliëntondersteuning gaat het om het bieden van ondersteuning aan mensen
die (tijdelijk) verminderd zelfredzaam zijn. Het doel is regieversterking van de
cliënt teneinde zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie te bevorderen.
Hierbij kan het gaan om informatie en advies, maar vooral ook om
vraagverheldering en kortdurende en kortcyclische ondersteuning bij complexe,
meerdere levensdomeinen omvattende vraagstukken. Cliëntondersteuning omvat
niet het behartigen van collectieve belangen van (groepen) zorgvragers, in dat
kader zijn vooral patiënten- en cliëntenorganisaties actief.
Gemeenten moeten volgens artikel 11 Wmo hun beleid inzake maatschappelijke
ondersteuning ontwikkelen in samenspraak met hun inwoners en eventuele
vertegenwoordigers daarvan, en met instellingen die bij de uitvoering van het
beleid zijn betrokkenen. Het is de verantwoordelijkheid van de gemeente om de
belangen en behoeften van degenen die dit zelf niet kenbaar kunnen maken, te
betrekken bij het beleid. Lokale organisaties van patiënten, gehandicapten en
ouderen vervullen hier een rol in.
Huidige situatie
De gemeente geeft invulling aan cliëntondersteuning door middel van meitinkers
het algemeen maatschappelijk werk, het sociaal raadsliedenwerk, de inzet van
mantelzorg (die ook in relatie staan met het 4e prestatieveld Wmo) en informele
vormen van zorg zoals vriendendiensten (maatjesproject) en vrijwillige thuishulp.
In onze gemeente maakt cliëntondersteuning integraal deel uit van het Wmo-
loket zijnde Mienskipssoarch. Met de inzet van meitinkers als "wandelende
loketten" voor alle 18 dorpen is gekozen voor een laagdrempelige,
onbureaucratische opzet van de informatie- en adviesgedachte. Dit is verder
gekoppeld aan de toegang tot zorg, welzijn en diensten.
Door de rijksoverheid is besloten de cliëntondersteuning voor de groepen
verstandelijk, lichamelijk en zintuiglijk gehandicapten vooralsnog te laten
uitvoeren via de MEE-organisaties.
Als gevolg hiervan zijn op dit moment de gemeenten (wettelijk) verantwoordelijk
voor de cliëntondersteuning, maar beschikt het niet over de daartoe bestemde
middelen daar waar het gaat om cliëntondersteuning voor de groepen
verstandelijk, lichamelijk en zintuiglijk gehandicapten.
Bij de Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) wordt geen afzonderlijke functie
cliëntondersteuning onderscheiden. Cliëntondersteuning maakt daar onderdeel uit
van het primaire proces en werkwijze bij intake, indicatiestelling en toeleiding
naar voorzieningen door het CJG. Alleen als het gaat om de doelgroep
gehandicapten heeft ook MEE een cliëntondersteunende rol.
Voor cliënten die intramuraal verblijven geldt primair dat de zorgaanbieder er
verantwoordelijk voor is om een bespreking te organiseren over het zorgplan en
die bespreking zo vorm te geven dat het voor de cliënt begrijpelijk is. Heeft de
cliënt daar ondersteuning bij nodig, dan is het de taak van de zorgaanbieder om
dat eveneens te organiseren. Veel instellingen die intramurale zorg aanbieden
hebben daarvoor een vertrouwenspersoon, maatschappelijk werker of
klachtenfunctionaris in dienst die daarbij behulpzaam kan zijn.
12
WMO beleidsplan 2012-2013 gemeente Boamsterhim