De gemeenten legt over de uitvoering verantwoording af aan het rijk maar ook
aan de eigen inwoners. Artikel 9 van de Wmo schrijft voor dat het college
jaarlijks voor 1 juli gegevens moet publiceren over de tevredenheid onder vragers
van maatschappelijke ondersteuning over de uitvoering van de individuele
verstrekkingen. Daarnaast moet een jaarverslag worden opgesteld met bepaalde
prestatiegegevens. Het uitgangspunt is derhalve dat we de Wmo uit willen
voeren zonder dat het rijksbudget Wmo en de afzonderlijke budgetten die binnen
de gemeentelijke begroting beschikbaar zijn gesteld worden overschreden. Dit
laat onverlet dat kiezen op basis van inhoud en de uitgangspunten altijd kan
betekenen dat de financiële ondersteuning voor bepaalde activiteiten moeten
worden heroverwogen of herschikt.
Hieronder is een globaal overzicht opgenomen van de Wmo-middelen die ten
behoeve van de uitvoering van de verschillende prestatievelden in de begroting
2012 zijn opgenomen (exclusief de toerekening van personele inzet aan de
verschillende producten):
Product
Programma
Budget
Wmo
prestatieveld
Basisgezondheidszorg
Leefbaarheid in de
Dorpen (2)
108.384
1,2
Maatschappelijk werk
Werk en
Bestaanszekerheid
(5)
62.562
2,3,7
Wmo individuele
Werk en
2.229.178
5,6
voorzieningen
Bestaanszekerheid
Bibliotheek
Cultuur, Sport,
Recreatie en
Toerisme (3)
296.000
1,5
Peuterspeelzalen
WenB (5)
251.657
2,5
Schuldhulpverlening
WenB (5)
100.000
5,6
Jeugd en Jongerenwerk
LinD (2)
31.300
1,2
Speelplaatsen
LinD (2)
34.600
1
Sportaccommodaties/
CSRT (3)
172.900
1,5
sportsubsidies
Jeugdgezondheidszorg
LinD (2)
606.425
1,2
Onderstaande baten komen via het Rijk binnen voor de Wmo. Daarbij moet
opgemerkt worden dat deze rijksbaten niet overeen komen met de bedragen die (van
oudsher) in de begroting zijn opgenomen.
Baten 2012
Wmo-integratie rijksuitkering Wmo 2012
1.
480.193
Wmo-reserve
156.500
Rijksbijdrage jeugdgezondheidszorg
313.175
Eigen bijdrage CAK
269.000
Awbz-gelden transitie
70. 453
21
WMO beleidsplan 2012-2013 gemeente Boarnsterhim