Sluiten graf.
Artikel 9.
Indien de rechthebbende schriftelijk ter gemeentesecretarie of bij testamentaire beschikking bepaalt,
dat het te zijnen name staand graf na zijn overlijden en eventuele bijzetting daarin van zijn lijk niet
meer mag worden geopend, verliest de rechtverkrijgende, op wiens naam het graf wordt overge
schreven, het recht daarna nog andere teraardebestellingen in het graf te doen plaatsvinden.
Over te leggen stukken.
Artikel 10.
1Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven of de bezorging^
van as is overlegd aan de beheerder.
2. Indien de begraving of de bezorging van as in een particulier graf zal plaatsvinden, dient een
machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd door de rechthebbende of, indien
deze is overleden, door degene die de uitvaart verzorgt.
3. Indien het lijk binnen 36 uur na het overlijden wordt begraven dient behalve het in het eerste
lid bedoelde schriftelijke kennisgeving ook het en het eerste lid schriftelijke toestemming van
de burgemeester te worden overlegd.
4. Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke
minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de
uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn tenminste
gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aange
vraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen,
genoemd in artikel 16, tweede lid.
5. De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond in gehele^
jaren.
6. De beheerder onderzoekt de genoegzaamheid van de overlegde stukken.
Tijden van begraven en asbezorging.
Artikel 11.
Het begraven van een lijk of het bijzetten van een asbus kan alleen plaats vinden binnen de door
het bestuursorgaan vastgestelde tijden.
Indeling graven en asbezorging.
Artikel 12.
Pagina 4
3 03 Verordening Beheer en gebruik gemeentelijke begraafplaatsen 15 mei 2012.doc/4