4. een lid ontslag neemt.
2. Een lid van de onderzoekscommissie kan op elk moment ontslag nemen. Hiervan
brengt hij de raad en de voorzitter van de onderzoekscommissie zo spoedig mogelijk
schriftelijk op de hoogte.
3. In openstaande vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien.
4. De leden 1 tot en met 3 van dit artikel zijn van overeenkomstige toepassing op de
plaatsvervangende leden.
Artikel 5 Bevoegdheden van de onderzoekscommissie
1De onderzoekscommissie besluit alvorens het eerste getuigenverhoor plaats vindt of
getuigen uitsluitend verhoord worden na het afleggen van de eed of belofte.
2. De onderzoekscommissie kan buiten de in artikel 155b, eerste lid, van de
Gemeentewet genoemde personen tevens anderen verzoeken om medewerking aan
het onderzoek te verlenen. Laatstgenoemde medewerking geschiedt slechts op
vrijwillige basis.
3. De onderzoekscommissie kan besluiten derden in te schakelen voor het uitvoeren van
opdrachten die zij in het kader van de onderzoeksopdracht en de uitoefening van
haar taak nodig acht.
4. De onderzoekscommissie kan in het belang van het onderzoek in beslotenheid met
een ieder informatieve gesprekken voeren, welke als zodanig geen onderdeel van het
onderzoek uitmaken. Er bestaat hiertoe geen plicht tot medewerking.
5. De onderzoekscommissie kan de bevoegdheden die vermeld worden in de leden 1,2
en 3 van dit artikel uitsluitend uitoefenen indien ten minste de meerderheid van
haar leden aanwezig zijn.
6. De onderzoekscommissie besluit met meerderheid van stemmen.
Artikel 6 Ambtelijke bijstand
1De griffier draagt zorg voor de ondersteuning van de onderzoekscommissie.
2. De griffier is bij iedere zitting aanwezig.
3. Bij zijn verhindering of afwezigheid wordt zijn plaats ingenomen door een daartoe
door de raad aangewezen vervanger.
4. De commissie kan verzoeken om ambtelijke bijstand conform de werkwijze in de
verordening ambtelijke bijstand.
Artikel 7 Zittingen
1. De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting en brengt die
ter openbare kennis.
2. De voorzitter roept de leden van de onderzoekscommissie, getuigen en deskundigen
ten minste twee weken voor de zitting op.