BOARNSTERHIM
gemeente
BESLUIT V O R M E N D R A A DSVOOR S T E
Status: bestuitvormend (B-stuk)
Raadsvergadering: 26 juni 2012
Agendapunt: 4.2
Portefeuillehouder: raadslid J. Hemminga
Behandelend ambtenaar: A.G.M. Rutten
Onderwerp:
Initiatiefvoorstel Verordening op het onderzoeksrecht van de raad 2012
Programma: 1 Algemeen bestuur, openbare orde en veiligheid
Product: EP00025
Voorstel:
1. Vaststellen Verordening op het onderzoeksrecht van de raad.
2. Vaststellen artikelsgewijze toelichting
Inleiding:
De fractie van GB2000 stelt aan de raad voor een Verordening op het onderzoeksrecht van de raad vast te
stellen met toelichting.
Argumenten:
Door vaststellen van de verordening, waarin nadere regels vastgesteld worden met betrekking tot een derge
lijk onderzoek, kan een besluit van de raad tot het houden van een onderzoek onmiddellijk geëffectueerd
worden.
De Wet dualisering gemeentebestuur heeft voor gemeenteraden de mogelijkheid geïntroduceerd om een
raadsonderzoek te houden naar het door het college of de burgemeester gevoerde bestuur. Een raadsonder
zoek kan omschreven worden als een op waarheidsvinding gericht onderzoek naar een specifiek onderzoek van
lokaal belang. Een raadsonderzoek wordt allereerst ingesteld om zoveel mogelijk informatie te vergaren.
Op basis hiervan kan de raad een oordeel geven over het optreden van het college of de burgemeester bij een
bepaalde kwestie.
Het wettelijk kader voor een raadsonderzoek zijn de artikelen 155a tot en met 155f,Gemeentewet. De con
ceptverordening is gebaseerd op deze artikelen.
Het handelen van de raad zelf kan niet onderzocht worden. Bij een raadsonderzoek kan het handelen van de
raad overigens wel ter sprake komen.
Het handelen van derden kan in een raadsonderzoek niet zelfstandig onderzocht worden. Het handelen van
derden kan alleen aan de orde komen in relatie tot het handelen van het college van BEtW of de burgemees
ter.
Het besluit tot het instellen van een onderzoek moet een omschrijving van het voorwerp van onderzoek"
bevatten met een toelichting. De omschrijving van een onderzoek geeft de grenzen aan waarbinnen de onder
zoekscommissie haar specifieke bevoegdheden mag inzetten. Het kan blijken dat de omschrijving van het on
derzoek onvolledig, te beperkt of te ruim is. De raad kan dan tijdens het onderzoek een wijziging aanbrengen
in de omschrijving van het onderzoek (artikel 155a, lid 2 Gemeentewet).
Alleen leden van de onderzoekscommissie hebben de bevoegdheid om getuigen onder ede te verhoren, derden
hebben deze bevoegdheid niet, ook niet indien ze door de onderzoekscommissie ingeschakeld zijn voor het
uitvoeren van opdrachten.
Bij het opstellen van de conceptverordening is als uitgangspunt genomen de modelverordening die in 2003 op
gesteld is in het kader van de Vernieuwingsimpuls Dualisme en lokale democratie door het Ministerie van BZK
en de VNG. De conceptverordening verschilt op de volgende punten van de modelverordening:
4 02 Initiatiefvoorstel Verordening onderzoeksrecht.doc